Dat staat in een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat woensdag is verschenen. De inspectie onderzocht 130 ziekenhuizen.

Ziekenhuizen zeggen niet mee te doen aan oefeningen met hulpdiensten omdat ze er geen geld of personeel voor hebben. Het is onduidelijk of de kosten voor deze oefeningen zijn opgenomen in de vergoeding die ziekenhuizen krijgen. Volgens de inspectie is het wel belangrijk dat medisch personeel oefent met rampen, omdat de medewerkers in hun dagelijkse werk op dit punt geen routine opbouwen.

Binnen het ziekenhuis kan de voorbereiding op een calamiteit een stuk beter, vindt de inspectie. Op twee na hebben alle instellingen wel het wettelijk verplichte rampenplan klaarstaan, maar bij 56 van de 130 onderzochte ziekenhuizen is dat nooit aangepast. De inspectie betwijfelt of ze nog actueel zijn en adviseert om elke vier jaar te bekijken of ziekenhuizen de plannen moeten wijzigen. Het gaat dan vooral om nieuwe gevaren in de buurt van het ziekenhuizen en de specifieke letsels die een ramp bij deze objecten kan veroorzaken.

Crisiscoördinatoren zijn niet 24 uur inzetbaar en zijn slecht voorbereid op hun taak. Ze hebben nauwelijks meegedaan aan een cursus die het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra) daarvoor ontwikkelde. Het Nibra zou deze cusus nieuwe leven in kunnen blazen. De inspectie vindt dat personeel dat leiding geeft bij een ramp, minstens eenmaal per jaar een training moet volgen.

Ziekenhuisvereniging NVZ erkent dat de rampenplannen beter kunnen en dat ziekenhuizen meer moeten gaan oefenen. „Dat is niet optimaal", aldus een woordvoerster. De vereniging komt volgende maand met een nieuwe handleiding voor crisismanagement en –communicatie.