„Waarschuwingsschot Binnenhof was rechtmatig”
De militair die begin dit jaar bij het Haagse Binnenhof zijn dienstwapen heeft gebruikt, wordt niet vervolgd. Hij handelde rechtmatig. Dat concludeert het Openbaar Ministerie Oost-Nederland na een onderzoek door de Rijksrecherche.
De militair van de Koninklijke Marechaussee (KMar) loste op 5 januari een waarschuwingsschot nadat een man met een rugtas om zich verdacht gedroeg bij de hoofdingang van het Tweede Kamergebouw aan het Plein. Hij zei dat hij een bom bij zich had, riep direct daarna dat het een geintje was, maar bleef zich wel verdacht gedragen. De KMar vroeg de man zijn kleding uit te trekken, zodat ze konden controleren of hij inderdaad geen explosief droeg.
De man werkte hier aanvankelijk aan mee, maar even later volgde hij de bevelen niet meer op en begon te dreigen. Op het moment dat hij naar de militairen liep, heeft één van hen een waarschuwingsschot gelost op de straat. De man is mogelijk door een afketsende kogel geraakt, maar dat is niet duidelijk geworden. Hij bleek geen bom bij zich te hebben.
Uit het onderzoek blijkt dat de medewerker van de KMar mocht veronderstellen dat hij zichzelf en anderen moest beschermen. „De man heeft een ernstige dreiging veroorzaakt, door te spreken over een explosief, bevelen van de KMar niet meer op te volgen en op de medewerkers af te lopen, terwijl hij onder schot werd gehouden. Het waarschuwingsschot is als uiterste middel ingezet.”
Bij incidenten waar een medewerker van de bij KMar betrokken is, doet de Rijksrechercheonderzoek onderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie Oost-Nederland.