Willem Rijkeboer (59) over het fietsongeluk dat hem overkwam
De verkeersveiligheid verslechtert, het aantal verkeersdoden neemt toe. Meer maatregelen zijn nodig, stelden 32 organisaties onder aanvoering van de ANWB deze week. Vooral de veiligheid van fietsers is in gevaar: bijna de helft van de ernstige verkeersgewonden bestaat uit fietsers. Zoals Willem Rijkeboer (59) uit Hellevoetsluis.
TOEN
Het gebeurde op 11 maart 1997, nu twintig jaar geleden. Ik weet het nog precies. Het was halftwee ’s middags. Ik had onze oudste zoon van bijna 7 net naar school gebracht en fietste zelf door naar mijn werk. Ik ben psychiatrisch verpleegkundige en moest naar een vergadering. Het fietspad waar ik op reed, kruist op de bewuste plek een kleine parallelweg – een vrij onoverzichtelijk punt.
Van rechts kwam een automobilist, een vrouw van midden zestig die voor het eerst na jaren weer autoreed, zo hoorde ik later. Zij kwam van rechts, maar ik fietste op een voorrangsweg. Ze reed vol tegen me aan. Ik herinner me niets van het ongeluk. Ik weet dat ik bij school wegreed, daarna is alles weg. Achteraf begreep ik dat het zo gegaan moet zijn.
Ik werd met spoed naar het Dijkzigt Ziekenhuis in Rotterdam (nu deel van het Erasmus MC, MO) vervoerd. Pas ’s avonds werd ik wakker. „U had hier geen halfuur later moeten zijn. We hebben u voor de poorten van de dood weggehaald”, zeiden ze in het ziekenhuis letterlijk tegen me. Ik had onder meer een bloeding tussen de hersenvliezen en een schedelbasisfractuur.
Later hoorde ik dat mijn vrouw en mijn tweede zoon mij op straat hebben zien liggen. Ze kwamen bij de fysiotherapie vandaan. Ze herkenden me aan mijn schoenen. Heel dramatisch. Ze vertelden me dat ik heel hard schreeuwde. Daar weet ik niets van.
Ik heb ruim een week in het ziekenhuis gelegen. Toen mocht ik naar huis en moest ik revalideren. Ik kon geen drukte verdragen, geen licht. Onze vier kinderen, de jongste was 2, waren in het begin 24 uur per dag elders ondergebracht. Vrienden van ons vingen hen heel goed op. Dat heeft een behoorlijke impact op je gezin. Onze oudste is op 27 maart jarig en hij vierde zijn zevende verjaardag dus bij anderen.
De gevolgen voor het hele gezin vond ik het meest ingrijpend. Maar ook de juridische afwikkeling kostte veel energie. We maakten veel medische kosten, ik werd deels arbeidsongeschikt en ik bouwde minder pensioen op. Er werd me een vergoeding van 2500 euro aangeboden, maar daar kon ik niks mee. Een letselschadejurist was vijf jaar bezig om de vergoeding, uiteindelijk een acceptabel bedrag, rond te krijgen. Om de ernst van het letsel te bepalen, moest ik regelmatig allerlei medische testen ondergaan. Elke keer kwam er weer een oproep om gekeurd te worden. Heel belastend.
NU
Het ongeluk is twintig jaar geleden, maar de gevolgen voel ik nog steeds. Ik heb veel last van hoofdpijn en vermoeidheid en kamp met concentratieproblemen. Over klussen die vroeger vanzelf gingen, moet ik nu nadenken. De tuin grondig doen, kost me een paar dagen in plaats van een uur. Ook is mijn gehoor behoorlijk beschadigd. Eerst wilde ik geen gehoorapparaat. „Nee zeg”, zei ik, „ik ben geen tachtig!” Mijn familie moest me echt over de drempel schoppen. Aanvankelijk deed ik het naar mijn werk niet in. Terwijl iedereen wist dat ik een gehoorapparaat had.
Ik zit nog steeds gedeeltelijk in de WAO. Een aantal jaren na het ongeval kon ik mijn werk oppakken voor 23 van de 38 uur. Nu werk ik nog 16 uur. Dat komt ook doordat ik buikvlies- en blaaskanker heb. Officieel ben ik afgekeurd, maar wat ik kan, wil ik graag blijven doen. Ik wil me niet afhankelijk laten worden van wat ik mankeer. Ik werk nu vooral in de avond. Dan is op de afdeling de grootste druk eraf.
Het ongeluk heeft me wel veranderd. Enerzijds sta je erdoor stil bij de ernst van het leven. Je weet: het had heel anders kunnen aflopen. Anderzijds heeft het me leren relativeren. Bij veel dingen denk ik: Waar maak ik me eigenlijk druk om? Het heeft me ook geholpen om positief tegen het leven aan te kijken. Ik probeer te zien wat ik wél heb in plaats van wat ik niet heb. Ik gaf dat advies ook altijd aan mijn patiënten. Een goed advies, denk ik. Maar als je –bij wijze van spreken– aan de andere kant van de tafel zit, voelt het toch wel anders.
Ik kom nog regelmatig op de plaats van het ongeluk. Emotioneel doet het me niets meer. Maar natuurlijk komen er wel veel gedachten naar boven. Ik wil benadrukken dat mijn echtgenote ook heel veel voor me heeft gedaan. Haar leven veranderde ook enorm door het ongeluk. Helaas liep ons huwelijk tien jaar erna stuk. Het contact tussen ons is wel weer goed.
STRAKS
Inmiddels is er in Hellevoetsluis een meldpunt voor onveilige verkeerssituaties. Het is opgezet door mijn zoon, degene die me op straat heeft zien liggen. Hij is een paar jaar CDA-raadslid geweest. Gek genoeg heb ik het kruispunt van het ongeluk niet aangemeld. Waarom niet, weet ik niet precies. Misschien leek het me minder urgent dan de zeer gevaarlijke punten? Maar aanmelden kan altijd, dus dat had ik zeker moeten doen. Als de foto voor dit artikel wordt gemaakt, ga ik eens goed kijken hoe de situatie er op dit moment precies is.
Hoe mijn persoonlijke toekomst eruitziet is heel onzeker, omdat ik twee ziektes onder de leden heb. Als er alleen de gevolgen van het ongeluk waren, was het nog te overzien. Nu hangt er altijd een zwaard boven mijn hoofd. Ik kan alleen maar afwachten, want ik wil geen chemokuren en bestralingen zijn in mijn situatie niet mogelijk. De komende tijd wil ik gewoon de dingen blijven doen die ik normaal ook zou doen. Ik wil mijn leven nuttig invullen. Dat lukt, met ups en downs.