VVD-senatoren: Nieuw advies over wietwet
De VVD-fractie in de Eerste Kamer wil dat de Raad van State zich opnieuw buigt over het initiatiefwetsvoorstel van D66 om het telen van softdrugs toe te staan.
„Het huidige voorstel roept bij ons grote wetstechnische vragen op”, aldus VVD-senator M. Knip donderdagochtend desgevraagd.
Zonder wietwet moeten coffeeshops hun zaak bevoorraden vanuit het illegale circuit. Onwenselijk, vindt D66. In de conceptinitiatiefwet stelde de partij eerst voor om kwekers die wiet wilden telen een ontheffing te geven. Daarover adviseerde de Raad van State echter negatief. Internationale verdragen zouden daarvoor geen ruimte bieden. D66-Tweede Kamerlid Bergkamp zwakte daarop het voorstel af en kwam met een gedoogbeschikking. Formeel blijft de wietteelt dan strafbaar, maar kwekers worden met een beschikking niet strafrechtelijk vervolgd.
Uitgerekend op die constructie richt zich de kritiek van de VVD. „Je neemt dan in de Opiumwet op dat deze niet zal worden uitgevoerd”, aldus Knip. Hij benadrukt dat het werken met gedoogbeschikkingen niet is voorgesteld door de Raad van State. „Dat heeft Bergkamp zelf bedacht.”
De kans is groot dat een nieuw kabinet straks met een eigen wetsvoorstel komt. Voor de Senaat was dat echter geen reden om Bergkamps initiatiefwet niet te behandelen, zegt Knip. „Je kunt nu eenmaal moeilijk anticiperen op een regeerakkoord dat er nog niet is.”
Over het legaliseren van de wietteelt heeft de VVD-Eerste Kamerfractie volgens Knip nog geen inhoudelijk standpunt ingenomen. „In dit stadium zeggen we alleen: Dit voorstel lijkt ons wetstechnisch een onbegaanbare weg.”