Vreugde over wietwet mogelijk van korte duur
Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde dinsdag voor de wietwet, tot vreugde van initiatiefnemer D66. Gelet op de komende kabinetsformatie en de krachtsverhoudingen in de Eerste Kamer is de blijdschap van de partij mogelijk slechts van korte duur.
„Wij houden ons hart vast.” Kort gezegd was dat in november de reactie van de top van het openbaar ministerie op de wietwet. „Dit gesloten systeem kan gaan lekken”, waarschuwde procureur-generaal M. Otte, „waarbij niet voldoende duidelijk is wie er dan als loodgieter moet optreden.”
Van de coffeeshopketen een gesloten systeem maken; het is de grote droom van D66. Hoe dat kan? Een aspirant-teler vraagt ontheffing bij het ministerie van Volksgezondheid, schetst Kamerlid Bergkamp in haar initiatiefwet. Ambtenaren winnen vervolgens informatie in bij de burgemeester in diens woonplaats: „Hoeveel coffeeshops zijn er in uw gemeente gedoogd en welke handelsvoorraad mogen zij maximaal aanhouden?” Op basis van deze gegevens bepaalt de minister vervolgens hoeveel cannabis er voor een periode van vijf jaar door de teler mag worden gekweekt. De kweker mag geen crimineel verleden hebben en kan daar vooraf op worden gescreend.
De coffeeshops mogen hun waar vervolgens uitsluitend nog bij de gedoogde telers inkopen. En ziedaar; een gesloten en transparant systeem dat met wat bestuurlijk toezicht simpel te handhaven is.
Twee circuits
Prachtig toch? Mooi niet, betoogde Otte. Hij schetste hoe er straks twee verschillende productiecircuits dreigen te ontstaan: een grote op de export gerichte bedrijfstak die nog altijd crimineel is en veel politie-inzet vereist, en een kleine, gedoogde teelt voor coffeeshops. Dat zou wel eens net zo veel handhavingscapaciteit kunnen kosten. Want wie gaat na of de gedoogde teler inderdaad alleen voor de coffeeshop kweekt? En of de kweker zijn waar alleen bij gedoogde telers betrekt?
Zijn kritiek was VVD, CDA, PVV, ChristenUnie en SGP uit het hart gegrepen. „Naïef”, noemde CDA-leider Buma het wetsvoorstel dinsdag. Regulering leidt tot normalisering, vrezen de tegenstanders. Oftewel: het onder staatstoezicht kweken van wiet moedigt het gebruik alleen maar in de hand, met alle verslavingsellende van dien. Ook de Raad van State uitte deze vrees.
VVD-minister Blok van Veiligheid en Justitie zag vorige week in de Tweede Kamer nog een uiterst zwakke plek: de centrale rol die de minister van Volksgezondheid in het wetsvoorstel krijgt toebedeeld. Deze is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van voldoende, kwalitatief goede wiet in coffeeshops. Als de wet van kracht wordt, kan de minister in het uiterste geval naar de Kamer worden geroepen als de shops door knelpunten in de productieketen tijdelijk geen wiet kunnnen leveren aan klanten. Alles bij elkaar een merkwaardige constructie, oordeelde Blok terecht.
Het kon de voorstanders van PvdA, GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren en Kuzu/Öztürk niet overtuigen. Lange tijd vormden zij een minderheid, maar de ex-PVV’ers Van Vliet, Bontes, Van Klaveren en ex-VVD’er Houwers veranderden van gedachten en stemden dinsdag voor.
De tegenstemmers van dinsdag hebben in de Senaat een meerderheid van 39 van de 75 zetels. En voor de wet daar komt, wacht waarschijnlijk eerst de kabinetsformatie.
Kritiek
Als het CDA meedoet, zal de partij zich tijdens de coalitievorming met hand en tand verzetten tegen de wet in zijn huidige vorm, liet Buma dinsdag doorschemeren. De VVD is op zich bereid de mogelijkheid van een nieuw softdrugsbeleid af te tasten, zeker nadat de leden daar recent op een partijcongres op aandrongen. Tegelijkertijd ligt de kritiek van het OM de liberalen zwaar op de maag, aldus VVD-Tweede Kamerfractievoorzitter Zijlstra dinsdag.
Kortom, zeker als D66 met deze twee partijen in zee moet, kan het zomaar zijn dat de partij moet inbinden. En nog iets langer moet dromen van een gesloten coffeeshopketen, zonder overlast en criminaliteit.