„Onbeheerde nalatenschap moet naar Rijkskas”
Als het aan demissionair minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) ligt, komt spaargeld van overledenen die geen erfgenamen hebben, in de Rijkskas terecht. Banken en verzekeraars mogen het geld nu houden als zich geen nabestaanden of andere erfgenamen melden.
Jaarlijks overlijden in Nederland honderden mensen zonder dat iemand aanspraak maakt op de nalatenschap. Dat aantal neemt gestaag toe: ging het in 2015 om 731 zaken, vorig jaar waren het er 816. Het gaat vermoedelijk om tientallen miljoenen euro’s.
Een onbeheerde nalatenschap wordt soms afgehandeld door het Rijksvastgoedbedrijf, zei een woordvoerder van het ministerie naar aanleiding van een bericht zaterdag in het AD.
Plasterk wil dat banken en verzekeraars hun slapende tegoeden altijd gaan aanmelden bij, of overdragen aan het Rijksvastgoedbedrijf. Hij roept financiële instellingen op een voorbeeld te nemen aan de Volksbank. Dat moederbedrijf van SNS, ASN Bank en RegioBank vroeg het vastgoedbedrijf eerder dit jaar om onbeheerde nalatenschappen namens de overheid te beheren.
Gemiddeld duurt het een maand tot een jaar voordat in Nederland of over de grens alsnog een erfgenaam is gevonden.
Wanneer onduidelijk is of zich misschien niet toch iemand meldt, komt het geld terecht in een zogenoemde consignatiekas. Daar blijft het twintig jaar beschikbaar voor rechthebbenden. Vorig jaar kwamen 278 nalatenschappen via het Rijksvastgoedbedrijf in die kas terecht, samen goed voor 545.000 euro.
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) doet zelf ook onderzoek naar geld van overledenen waarvan niet, of niet meteen duidelijk is wie de rechthebbenden zijn. „Als iemand wil weten of de overledene nog ergens een onbekende bank- of spaarrekening heeft, doen we een rondje langs onze leden, dat zijn vrijwel alle banken in Nederland”, aldus een woordvoerder. „Vinden we een rekening dan brengen we de bank en de mogelijke erfgenaam met elkaar in contact.” Hij verwijst naar de website slapendetegoeden.nl
De NVB is volgens hem nog niet officieel op de hoogte gebracht van de plannen van Plasterk. „Een verzoek heeft ons nog niet bereikt. Als dat komt, zullen we het met onze leden bespreken.”