Schultz wil geen studie naar alternatief onder water zetten Hedwigepolder
Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu wil geen onderzoek naar een alternatief voor de ontpoldering van de Hedwigepolder.
Dit antwoordde zij eind vorige week op Kamervragen.
Ex-PvdA-Kamerlid Monasch had Schultz gewezen op het bestaan van een rapport waaruit blijkt dat een verlegging van de vaarroute voor de kust van Walcheren zo’n verbetering van de conditie van de Westerschelde zou opleveren dat het onder water zetten van de Hedwigepolder niet langer nodig zou zijn.
Maar de minister zegt in haar antwoorden dat rapport niet te kennen. Wel bevestigt ze dat een voormalig nautisch adviseur van de toenmalige Zeeuwse commissaris van de Koningin Peijs, Henri Haverkamp, de verlegging van de scheepvaartroute, van het Oostgat naar de Geul van de Walvischstaart in de Westerscheldemonding, in 2009 met Peijs heeft besproken.
Volgens Schultz heeft Rijkswaterstaat dat idee echter terzijde geschoven omdat verplaatsing van de vaarroute volgens die dienst grote gevolgen voor de bodemstructuur van de zeearm zou hebben.
Bovendien vond Rijkswaterstaat het plan ongewenst omdat de vaarroute door een Natura 2000-gebied zou gaan. „De verlegging van de scheepvaartroute was uit oogpunt van nautische veiligheid niet noodzakelijk en zou grote risico’s met zich meebrengen”, aldus de minister.
In het recent verschenen boek ”De staart van de walvis” van het voormalige Zeeuwse Statenlid Robesin komt Haverkamp aan het woord. Deze beweert in het boek dat er wel degelijk een document bestaat over zijn voorstel, maar dat dit volgens de provincie nu onvindbaar zou zijn.
Ontkenning
Ook het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland ontkende zondag in antwoord op vragen van Statenlid Van Dijk (PVV) dat er ooit een rapport over het alternatief voor de ontpoldering van de Hedwigepolder heeft bestaan. „Wij kunnen geen documenten aanleveren waarvan wij het bestaan niet kennen.”