Willem Endstra tot zondag bekende zakenman zonder gezicht
De naam van de Amsterdamse vastgoedhandelaar Willem Endstra was wijd en zijd bekend, maar een gezicht had hij tot zondag nauwelijks. Toch stond de zakenman al jaren in de spotlights. Niet om zijn enorme vastgoedimperium, maar om zijn mogelijke contacten met de onderwereld. Endstra werd in de publiciteit bekend als ’bankier van de onderwereld’.
Hij bleef het liefst anoniem. Dat was voor zijn gezondheid het beste, want Endstra zou intussen zoveel vijanden hebben in het criminele circuit dat hij liquidatie moest vrezen.
In 2002 plaatste het tijdschrift Quote een foto van Endstra in gezelschap van Heineken–ontvoerder Willem H. (Holleeder). Hij was zeer ongelukkig met die foto omdat hij herkenning vreesde, waardoor zijn veiligheid in gevaar kon komen. De vastgoedhandelaar probeerde vergeefs via de rechter het bewuste Quote–nummer uit de roulatie te houden.
Opvallend genoeg ontkende Endstra zondag op televisie in het programma Business Class elke betrokkenheid bij de misdaad. Alle aantijgingen van de afgelopen veertien jaar hierover waren volgens hem „volstrekte lariekoek".
Over de foto zei hij: „Hij zat op een bankje voor mijn kantoor. Hij is ook een publieke figuur in Amsterdam die je daar overal tegenkomt", legde Endstra zondag uit. Er zat volgens hem helemaal niets achter die ontmoeting. „Het gaat bovendien om een oude foto. Ik was bedreigd. Daarom wilde ik de publicatie tegenhouden."
Endstra was een van de grootste vastgoedbezitters van het land. Zo was hij bijvoorbeeld eigenaar van een heel stratenblok in het dure Amsterdam–Zuid. Zijn vermogen werd recent geschat op ruim 200 miljoen euro. In de top–500 van de rijkste mensen in Nederland van Quote stond hij vorig jaar op de 93e plaats. Een jaar eerder stond hij nog op de 36e plaats met 350 miljoen euro op de teller.
Behalve met huizen en straten was E. nogal vaak bezig om te procederen tegen de media. De ene keer tegen De Telegraaf om een aangekondigd portret, inclusief foto’s, tegen te houden en dit jaar nog tegen de Volkskrant. Deze krant publiceerde begin januari een artikel waarin stond dat E. was betrokken bij liquidaties in de Amsterdamse onderwereld. De rechter gaf E. zijn zin: de Volkskrant moest rectificeren.
Endstra zou een belangrijke schakel hebben gevormd tussen de boven– en onderwereld en zou criminelen hebben geholpen hun zwarte geld wit te wassen. Omdat hiervoor onvoldoende bewijs was, mocht het OM van de rechtbank in Amsterdam Endstra hiervoor niet vervolgen. De aanklagende instantie mocht van de rechter wel verder gaan met het onderzoek naar de vastgoedmagnaat in de zogenoemde Bouwfondszaak. Justitie verdacht hem hierin van valsheid in geschrifte bij de overdracht van onroerend goed.
De zakenman deed voor het eerst van zich spreken in 1992 toen justitie hem verdacht van het wisselen van geld voor een XTC–bende. De leider van deze bende kreeg tien jaar cel, maar E. hoefde niet voor de rechter te komen. Hij zou justitie in 1995 ruim 1 miljoen euro hebben betaald om zo een strafvervolging te voorkomen. Endstra ontkende dat met klem.
Na een lange periode van rust rond zijn persoon zwol de geruchtenstroom over zijn criminele connecties enkele jaren geleden weer aan. Hij zou de bank zijn van de onderwereld, verklaarde topcrimineel J. Mieremet in 2002 in De Telegraaf. Justitie heeft Endstra al jaren in beeld wegens vermeende criminele activiteiten, maar steeds bleek E. op de hoogte te zijn van alle onderzoeken tegen hem. Hij wist zelfs dat zijn telefoons werden afgeluisterd.
Opvallend is ook dat voormalige zakenpartners van E. of zijn geliquideerd of tegen de lamp zijn gelopen. Dat verklaart wellicht zijn eigen angst tegen een kogel aan te lopen.
Woensdag werd bekend dat het Openbaar Ministerie (OM) de vastgoedhandelaar wil vervolgen wegens valsheid in geschrifte en heling: het zoveelste hoofdstuk in het woelige, geheime leven van E. De rechtbank in de hoofdstad concludeerde donderdag echter dat het „hoogst onwaarschijnlijk" was dat een strafrechter Endstra hiervoor zou veroordelen.