SER: iedere werknemer een eigen „leerbudget”
Iedere werkende moet een persoonsgebonden budget opbouwen om tijdens zijn loopbaan nieuwe opleidingen of cursussen te kunnen doen. Ze sparen dat budget bij elkaar met een fiscaal aantrekkelijke spaarregeling. Dat oppert de Sociaal Economische Raad (SER) in een woensdag verschenen advies over een leven lang leren.
Het adviesorgaan van regering en parlement hamert al tijden op het belang dat werknemers zich hun hele leven blijven bijscholen. Dat is nodig omdat de arbeidsmarkt snel verandert door technologische ontwikkelingen, internationalisering en verhoging van de pensioenleeftijd. De SER wil het liefst dat ook niet-werkenden zo’n budget opbouwen.
De SER kan nog niet zeggen of de ‘ontwikkelrekening’ zoals de SER het zelf noemt, verplicht zou moeten worden. Het plan moet nog verder uitgewerkt worden, zegt een woordvoerster. Ook zouden werkgevers of de overheid er geld op kunnen storten, als het geld maar wordt ingezet voor de professionele ontwikkeling van de betrokkene.
Daarnaast wil de SER meer aandacht voor het trekkingsrecht. Dat is een persoonlijk tegoed dat iedereen met een diploma van het mbo of hbo heeft om een vervolgopleiding te kunnen doen. Dit recht wordt amper gebruikt, stelt de SER.
Met een nieuw kabinet in aantocht wil de SER nu doorpakken om een „positieve leercultuur” te ontwikkelen. De komende maanden moeten werkgevers, werknemers en de overheid om tafel om concrete afspraken te maken over de toekomst.
Zo moet het onderwijs beter gaan aansluiten bij de behoeften van werknemers. De SER denkt aan maatwerk, meerdere instroommomenten en aan snelle en flexibele trajecten.
Vakbond CNV is kan zich goed vinden in het advies, omdat werknemers zelf de regie kunnen houden over hun scholing en daarbij financiële steun krijgen. Het CNV biedt zelf ook al een soort leerrekening aan. Ook de Vakcentrale voor Professionals (werknemers in alle sectoren) juicht het toe dat de werknemer zelf het heft in hand kan nemen met een eigen budget.