Economie

San Marino, ook zonder bankgeheim nog altijd een oase in Europa

De ministaat San Marino was tien jaar geleden nog een ordinair belastingparadijs in Europa. Totdat het bankgeheim werd opgeheven. San Marino blijft echter met lage belastingen en weinig bureaucratie een oase in Zuid-Europa.

Ewout Kieckens
24 March 2017 11:27Gewijzigd op 16 November 2020 10:08
beeld EPA
beeld EPA

Tien jaar geleden prijkte San Marino op de lijst van Europese landen waar het gemakkelijk zakendoen is. Door middel van het bankgeheim belemmerde het landje internationale fiscale en gerechtelijke controles. Daarmee was San Marino een belastingparadijs, het kleine broertje van Zwitserland, Luxemburg en de Kanaaleilanden. In 2008 ging het roer echter om: het bankgeheim werd opgegeven.

Dat gebeurde onder meer onder druk van Italië, dat vond dat de maat vol was. Vermogende burgers konden wel héél gemakkelijk hun geld buiten het zicht van de Italiaanse fiscus brengen. De ministaat meet zo’n 60 vierkante kilometer –ongeveer de helft van Schiermonnikoog– en ligt bij Rimini aan de Adriatische kust. Als beloning werd San Marino opgenomen in de lijst van landen met een transparant banksysteem.

De opheffing van het bankgeheim had direct een –voor San Marino– negatief effect. Buitenlandse rekeninghouders haalden hun tegoeden weg. „De helft van het banktegoed ter waarde van 14 miljard euro is weggestroomd”, zegt de minister van Buitenlandse Zaken van San Marino, Nicola Renzi, desgevraagd.

Staatsschuld

Het gevolg is dat San Marino, dat in het jaar 301 werd gesticht, mogelijk voor het eerst in zijn geschiedenis, een staatsschuld opbouwde. De schuld bedraagt momenteel zo’n 20 procent van het bruto binnenlands product. Een percentage waar Italië, met een schuld van 130 procent, direct voor zou tekenen. Maar voor San Marino is het alle hens aan dek. Bestaande en nieuwe economische sectoren worden gestimuleerd.

„Productiesectoren die groeien, zijn textiel, verpakkingen, keramiek en houtbewerking”, aldus Renzi. Een voorbeeld is het bedrijf Colombini, dat drie meubelfabrieken in San Marino heeft en een omzet van bijna 200 miljoen realiseert. Ook de tegelmaker Del Conca, die een verkoopkanaal heeft in Nederland, is in San Marino gevestigd.

Het toerisme zit eveneens in de lift. En het lukt San Marino eveneens om nieuwe investeerders aan te trekken. Zo is er 110 miljoen euro geïnvesteerd in het zogenaamde modedistrict –in feite een outletcenter–, dat in 2018 zal worden opgeleverd. Het nieuwe San Marinese zakendoen uit zich ook in het afslanken van de bureaucratie. „In ons land kan een ondernemer bij één loket terecht om in korte tijd een bedrijf te vestigen.” Dat is een voorsprong ten opzichte van Italië, waar de bureaucratie remmend werkt op de economie.

Het helpt uiteraard dat de belastingen laag zijn. „Ook na de opheffing van het bankgeheim hebben we ons lichte belastingregime behouden”, zegt Renzi, die in het dagelijks leven leraar klassieke talen is. Volgens Renzi heeft San Marino nóg een exportproduct: de democratie. Het landje wordt beschouwd als een van de oudste democratieën ter wereld. Maar daarmee zal wel geen geld worden verdiend.

Vrijheid

San Marino is, samen met Monaco en Andorra, begonnen met onderhandelingen over een associatieovereenkomst met de Europese Unie. Daarmee hoopt Renzi dat de handel met de Europese landen toeneemt.

Het is volgens Renzi niet de bedoeling dat San Marino een volwaardig lid van de Europese Unie wordt. „Het Europese principe van vrijheid van vestiging is voor ons een probleem, gezien onze dimensies.” Het land heeft bijna 33.000 ingezetenen en heeft geen baat bij een ongecontroleerde bevolkingsgroei, maar veel meer bij pendelaars. Er zijn zo’n 5000 mensen die in San Marino werken en in Italië wonen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer