Het Openbaar Ministerie (OM) houdt hen verantwoordelijk voor ambtelijke omkoping, valsheid in geschrifte en witwassen. De fraude werd gepleegd in de periode tussen 2008 en 2015, waarbij sprake was van ontvangen giften en verleende gunsten. Het gesjoemel door medewerkers leverde de RUG een financiële strop van meer dan 1,1 miljoen euro op.

Hoofdverdachte in de zaak is het voormalig hoofd van de afdeling technisch beheer van de universiteit. Ook een naaste medewerker van die afdeling, de vrouw, zoon en schoondochter van de hoofdverdachte, twee directeuren van een bouwbedrijf en een installatiebedrijf plus een materialenhandelaar staan terecht.

Uit onderzoek van de FIOD is volgens het OM gebleken dat de hoofdverdachte met hulp van zijn medewerkers zijn positie misbruikte door in ruil voor opdrachten gunsten en betalingen te eisen. Zo kon zijn zoon een huis kopen dankzij een salaris van een van de betrokken bedrijven. Ook voor zijn schoondochter regelde hij een arbeidsovereenkomst met een salaris. Voor die vergoedingen verrichtten beiden nauwelijks werk.

Ook liet de hoofdverdachte zijn woning verbouwen en zijn tuin inrichten op kosten van bedrijven aan wie hij opdrachten verstrekte. Verder hadden hij en zijn zoon een tankpas en ontvingen ze contant geld.

De corruptie werd administratief toegedekt door een reeks valse facturen, arbeidsovereenkomsten en loonstroken. De RUG eist het fraudebedrag terug, bleek op de zitting.