Rechtbank ziet niets in vervolgen ’bankier van de onderwereld’
De rechtbank in Amsterdam acht het „hoogst onwaarschijnlijk" dat een strafrechter vastgoedmagnaat Willem Endstra zal veroordelen voor het witwassen van crimineel geld. Dat blijkt uit de beslissing die de rechtbank donderdag nam op een bezwaarschrift dat Endstra tegen deze vervolging, juridisch omschreven als heling, had ingesteld.
Endstra werd in de publiciteit bekend als ’bankier van de onderwereld’. Hij zou een belangrijke schakel vormen tussen boven– en onderwereld en criminelen helpen hun zwarte geld wit te wassen. Volgens de rechtbank heeft het strafrechtelijk financieel onderzoek tegen Endstra hiervoor geen bewijs opgeleverd.
Het Openbaar Ministerie mag wel verder gaan met onderzoek naar Endstra in de zogeheten Bouwfondszaak, waarbij de vastgoedhandelaar mogelijk valsheid in geschrifte heeft gepleegd bij de overdracht van onroerend goed. Endstra’s advocaat J. Pen noemt het resultaat van veertien jaar ononderbroken onderzoek door politie en justitie zeer mager. Mocht het OM overgaan tot het vervolgen van zijn cliënt dan ziet Endstra de afloop daarvan met vertrouwen tegemoet, liet de advocaat vrijdag weten.