„Kraanmachinist laat weleens wat vallen”
De veiligheid bij torenkranen en mobiele kranen op bouwplaatsen laat te wensen over. Daardoor valt er regelmatig materiaal van de kraan en gebeuren er bijna-ongelukken, stellen vakbond FNV en Vakvereniging Het Zwarte Corps (HZC) op basis van onderzoek onder 378 kraanmachinisten.
Bij meer dan twee op de vijf ondervraagden is afgelopen zes maanden een- tot tweemaal bijvoorbeeld een pallet met bakstenen of een steigeronderdeel losgekomen doordat deze onjuist waren aangeslagen. Probleem is dat de opleiding van degene die op de grond het materiaal aan de kraan bevestigt en het hijsen begeleidt, vaak tekortschiet.
FNV en HZC pleiten voor meer aandacht en een verplichte vakopleiding voor de man onder de kraan. „Nu is dat nog veel te vaak iemand die ze maar een portofoon in de handen drukken en laten aanmodderen. Regelmatig is ook de taal een probleem, omdat er steeds meer niet-Nederlandssprekende bouwvakkers actief zijn. Dat is vragen om ellende”, stelt HZC-voorzitter René van der Steen.
Ook aan de arbeidsomstandigheden van kraanmachinisten zou veel verbeterd moeten worden. Uit de enquête blijkt dat ongeveer een derde van de machinisten onder werktijd niet eens normaal naar de wc kan. Zij gebruiken een fles of zetten in extreme omstandigheden het luik open, aldus de organisaties.
„Tijd is geld, de druk om door te werken is groot”, verklaart FNV-bestuurder Janna Mud. „Dit is slecht voor de machinist en natuurlijk ook voor de veiligheid.” De bonden stellen voor een pilot te starten voor het rouleren van torenkraanmachinisten op grote bouwplaatsen. Daar is de werkdruk vaak het hoogst. „Een halve dag op de kraan, een halve dag eronder. Dan los je veel problemen in één keer op”, meent Mud.