Volgens de man van Marokkaanse afkomst is de brief afkomstig van de echte dader van de overval op de supermarkt op 25 oktober 2002. L. ontkent zelf een van de twee daders te zijn en zegt onterecht te zijn veroordeeld. Volgens hem is hij kort na de overval benaderd door een bekende die hem in vertrouwen vertelde dat hij, samen met een ander, de overval had gepleegd. Uit vrees dat L. tijdens het hoger beroep uit de school klapt, zou de dader nu de brief hebben verstuurd. In de brief staat onder meer: „Er zal een dag komen dat je wou dat je niet geboren was.” De Edenaar zegt voor zijn leven te vrezen.

Het gerechtshof in Arnhem heeft besloten de hogerberoepszaak aan te houden tot september. Dan zal op verzoek van de verdediging de brievenschrijver worden gehoord.

Een medeverdachte, de 21-jarige F. H., eveneens uit Ede, ging in hoger beroep tegen de straf voor een diefstal in Arnhem die hij zegt niet te hebben gepleegd. H. werd eerder veroordeeld tot drie jaar cel en vrijgesproken van betrokkenheid bij de overval in Barneveld wegens gebrek aan bewijs. Alleen een geurspoor zou erop wijzen dat H. schuldig is. Opmerkelijk genoeg ging het openbaar ministerie eerst in hoger beroep, maar trok de advocaat-generaal het appèl tegen de overval op het laatste moment in. Keihard bewijs zou ook in hoger beroep niet te leveren zijn. Tegen H. werd donderdag voor andere delicten opnieuw drie jaar cel geëist.

Op 22 september wordt de zaak tegen L. voortgezet. Over twee weken wordt uitspraak gedaan in de zaak tegen H.