Geen zwelklei in bodem Groningen
In de Groningse en Friese bodem komt geen zwelklei voor. Eerder werd vermoed dat deze voor Nederland unieke soort klei in combinatie met aardbevingen verantwoordelijk was voor tal van scheuren in Groningse boerderijen en andere huizen.
De onderzoeksinstituten NITG en GeoDelft komen los van elkaar tot de conclusie dat de klei in de Groningse bodem weliswaar krimpt en zwelt, maar veel minder dan de zogenoemde zwelklei. Dat heeft de provincie Groningen, opdrachtgever van het onderzoek, donderdag bekendgemaakt. Door de onderzoeksresultaten ziet de provincie geen reden meer voor een uitgebreid en diepgaand onderzoek naar de zwelklei en de effecten daarvan.
In de buurt van Loppersum vonden eind 2003 in een maand tijd drie aardbevingen plaats. De aardschokken, waarvan de zwaarste een kracht van drie op de schaal van Richter had, veroorzaakten veel scheuren in woningen. Een onderzoeksbureau stelde vervolgens dat zwelklei het risico op schade door aardbevingen zou vergroten.
Zwelklei komt in de Verenigde Staten, Frankrijk en Canada veelvuldig voor. Het krimpen en zwellen van de klei veroorzaakt in deze landen jaarlijks aanzienlijke schade aan gebouwen.
Uit het onderzoek blijkt wel dat de Groningse klei een slechte ondergrond voor het funderen van huizen en gebouwen is. Door ongelijkmatige samendrukking van de grond kunnen in oudere gebouwen scheuren ontstaan. Bij nieuwbouw zullen er zich geen problemen voordoen omdat aannemers er bij de bouw al rekening mee houden.