Slecht spoor veroorzaakte ontsporing ammoniaktrein
De slechte ligging van het spoor is de grote boosdoener geweest bij de ontsporing van de goederentrein met ammoniak, vorig jaar juni bij het Noord–Hollandse Halfweg. Dat stelt de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) in een donderdag uitgebracht rapport.
In haar onderzoek constateerde de inspectie dat een van de wielen van de trein technisch niet in orde was. Volgens de dienst is echter niet het slechte wiel maar de rails, waarvan de spoorstaven in hoogte niet goed op elkaar aansloten, de „hoofdoorzaak" van het ongeluk geweest. De machinist van de ammoniaktrein heeft niet te hard gereden en „na de ontsporing adequaat gereageerd".
De ammoniaktrein ontspoorde in de ochtend van 19 juni 2003 op het spoor tussen Haarlem en Amsterdam–Sloterdijk. Bij het ongeluk is geen ammoniak vrijgekomen. Pas nadat de wagon naar zijn eindbestemming in Beverwijk was gebracht, bleek bij het lossen van de lading dat er een scheurtje in een van de leidingen zat. „Tijdens het noodvervoer van Halfweg naar Beverwijk is er geen sprake geweest van een onveilige situatie", aldus de inspectie.
ProRail, dat verantwoordelijk is voor het onderhoud en beheer van de spoorwegen, is het eens met de conclusies, die de IVW trekt. Na de ontsporing bij Halfweg is het hele Nederlandse spoornet gecontroleerd op het mankement aan de rails. Nieuwe problemen zijn daarbij niet aan het licht gekomen. De ligging van het spoor en de aansluiting van de wissel, waar vorig jaar de ammoniaktrein ontspoorde, is inmiddels verbeterd en „voldoet momenteel weer aan de veiligheidsnormen", aldus ProRail.
De provincie Noord–Holland en de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude (waar Halfweg onder valt) zeggen in een reactie op het onderzoek dat vervoer van ammoniak in feite vermeden zou moeten worden. De fabricage, opslag en het gebruik van de gevaarlijke stof moet op één plek gebeuren, vinden ze. Als er toch ammoniak per trein wordt vervoerd, moeten er volgens de provincie en gemeente extra maatregelen worden genomen.
Ze denken daarbij aan extra veiligheidseisen voor ammoniaktreinen en spoorrails, vaste treinroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en een verplichte informatievoorziening, zodat gemeenten en hulpverleningsdiensten beter op rampen kunnen inspelen. Overigens heeft Noord–Holland al eerder bij het Rijk geopperd ammoniak niet per spoor te vervoeren, maar over de Noordzee.