Lijsttrekkers maken zuiderlingen het hof
De lijsttrekkers van zes van de grootste partijen in de peilingen hebben zaterdag geprobeerd kiezers in Noord-Brabant en Limburg voor zich te winnen. Ze beloofden hun tal van investeringen, maar verzekerden de zuiderlingen vooral dat zij op evenveel aandacht mogen rekenen als bijvoorbeeld Randstedelingen.
Dat heeft er de afgelopen jaren juist aan ontbroken, betoogden de leiders van oppositiepartijen CDA, D66, GroenLinks en SP. Vooral VVD-voorman Mark Rutte moest het ontgelden. Hij zou als premier de slachtoffers van de Q-koorts, die een paar jaar geleden in het zuiden om zich heen greep, in de kou hebben laten staan.
Toen Rutte werd gevraagd of hij ‘sorry’ wilde zeggen tegen slachtoffers, bezwoer hij in eerste instantie dat het kabinet „niet harteloos” met hen is omgesprongen. Dat kwam hem op ergernis en afwerende gebaren van zijn rivalen te staan, die een onvoorwaardelijk en royaal excuus wilden horen. Eerder deze campagne werd Rutte al in verlegenheid gebracht door boze Groningers, die hem een soortgelijk verwijt maakten.
Ook in een discussie over het legaliseren van de wietteelt was Rutte het mikpunt. Zijn concurrenten klaagden dat hij in het midden laat of hij af wil van het verbod op het verbouwen van wiet. Rutte zei „naar legalisering te neigen”, maar wil zich nog niet uitspreken. Eerst moet duidelijk zijn of legalisering niet verkeerd uitpakt, vindt hij.
De lijsttrekkers boden tegen elkaar op met investeringen in het zuiden om Brabantse en Limburgse kiezers voor zich te winnen. Ze grepen ook iedere kans aan om de zuiderlingen op hun kandidatenlijsten te noemen. De zwevende kiezers in het Klokgebouw in Eindhoven reageerden met gemengde gevoelens. Ze keken ervan op dat ze „plots allemaal weten wat er hier leeft onder de mensen”.