C. B. ontkent dat hij twee jaar geleden het 10-jarige meisje in het Beatrixpark in Schiedam heeft geprobeerd te verkrachten en later heeft gewurgd. Ook blijft B., die door de rechtbank in Rotterdam voor onder meer doodslag werd veroordeeld tot achttien jaar celstraf en TBS, ontkennen dat hij het vriendje van Nienke iets heeft aangedaan.

Nienke speelde op de bewuste dag in juni 2000 in het park met haar vriendje Maikel. Volgens de verklaring van het ventje werden zij aan het eind van de middag vastgepakt door een man. De man duwde de twee de bosjes in en dwong de kinderen zich uit te kleden. Nienke werd gewurgd. Maikel wist zwaargewond voorbijgangers te waarschuwen.

Kort na zijn aanhouding, enkele maanden na de gebeurtenissen in het Beatrixpark, bekende B. Nienke te hebben vermoord. De verdachte bleek volgens de politie ook dingen te weten die alleen de dader weten kon. Later, na een gesprek met zijn advocaat, ontkende B. Nienke en Maikel iets te hebben aangedaan.

Advocaat J. Taekema meent dat het openbaar ministerie zijn cliënt er heeft ingeluisd. Politie en justitie hebben zich alleen gericht op B. en hebben niet gekeken naar andere potentiële daders. De verklaring die B. heeft afgelegd is volgens de advocaat onder zware politiedruk verkregen. Om van de pressie van de rechercheurs af te komen heeft B. volgens zijn advocaat maar iets verteld. Dat B. zou beschikken over daderinformatie staat volgens de raadsman niet onomstotelijk vast, omdat veel dingen die B. heeft verteld achteraf helemaal niet bleken te kloppen.

Justitie heeft het werk van de advocaat getraineerd door verklaringen van getuigen achter te houden en door aan de advocaat bewust verkeerde informatie te verstrekken. Taekema is ook van mening dat de tijdlijn die justitie hanteert bij de reconstructie van de gebeurtenissen niet deugt. De reconstructie is volgens de advocaat zo geconstrueerd dat B. als dader naar voren komt in plaats dat het feitenoverzicht een objectief beeld geeft van wat er in het park is gebeurd.

Volgens Taekema loopt de werkelijke moordenaar van Nienke nog vrij rond. De advocaat baseert zich op het gegeven dat op de plaats waar Nienke is vermoord geen spoortje DNA van B. is gevonden. Wel werd onder de nagels van Nienke het DNA van een andere, onbekende man gevonden.

Politie en justitie hebben volgens de advocaat te weinig gedaan om deze onbekende man op te sporen. Taekema heeft daarom een verzoek gedaan om een aanvullend DNA-onderzoek, om te zien of er in het park nog meer sporen van de onbekende man zijn te vinden. Het hof beraadt zich nog op dat verzoek.

Volgens justitie is het zonneklaar dat B. de „gekwalificeerde doodslag” op het meisje en een poging daartoe op Maikel heeft gepleegd. Nog afgezien van zijn eerste bekentenis, wijst volgens justitie de hele houding van de verdachte bij de politie en tijdens het proces erop dat hij het „onzegbare gruwelijke feit” heeft gepleegd. Het hof doet op vrijdag 8 maart uitspraak.