Rotterdam screende huurder Waterfront wel
Ambtenaren van de gemeente Rotterdam wisten dat de huurder van het voormalige poppodium Waterfront, Göksel Kan, een notoire wanbetaler was. Dat blijkt uit documenten van EDR Credit Services in Den Haag, die NRC maandag op hun website heeft gepubliceerd. In oktober 2016 schreef het college nog aan de gemeenteraad dat „er geen betrouwbaarheidstoets was uitgevoerd”. EDR adviseerde het Rotterdamse Ontwikkelingsbedrijf (OBR) niet in zee te gaan met Kan.
Vanaf het moment dat het poppodium medio 2010 werd verhuurd aan Kan, begon deze samen met zijn zoon de gemeente op te lichten. Er werd jarenlang geen huur betaald, terwijl het pand wel in gebruik was. Ook werden verbouwingen gefactureerd die niet werden uitgevoerd. De gemeente Rotterdam keerde in totaal 7 miljoen euro ten onrechte uit.
Een woordvoerder van de gemeente Rotterdam bevestigt dat de check naar de kredietwaardigheid is gedaan, maar dat deze informatie nooit bij het hogere management terecht is gekomen. „In onze brief van oktober staat duidelijk dat de betrokken medewerkers stelselmatig informatie achter hebben gehouden. Deze check hoort daar ook bij.”
Simons stelt dat een dergelijke kredietcheck iets heel anders is dan een betrouwbaarheidstoets. „Die is nooit gedaan.”
Volgende maand begint in Rotterdam een enquête, de tweede in de geschiedenis van Rotterdam. Deze grotendeels openbare verhoren van de betrokken ambtenaren en politici moeten licht werpen hoe deze fraude jarenlang heeft kunnen bestaan.