„Veiligheidsbeleid Nederland ondermaats”
Het veiligheidsbeleid in Nederland is een kleine ramp op zichzelf. Het beleid is hypocriet, stelde prof. dr. B. Ale van de TU Delft, woensdag in Maarssen.
Ale is tevens directeur research van het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra): „Europees gezien glijdt Nederland af naar het gemiddelde.”
Ale sprak tijdens het Nationaal Forum Crisisbeheersing en Rampenbestrijding. Thema van de dag was ”Wordt Nederland veiliger?”. Volgens de wetenschapper is dat niet het geval, al gaat het op sommige gebieden wel beter. Zo zijn de veiligheidsnormen rond chemische fabrieken verbeterd, maar is er op het gebied van transport, dijken en lpg-stations nog veel te doen. „Het is erg moeilijk om de aandacht voor veiligheidsbeleid vast te houden”, stelt hij.
Ale pleit voor streng toezicht en net als de adviesorganen VROM-Raad en Raad voor Verkeer en Waterstaat voor een aparte organisatie die alle bouwplannen en nieuwe bouwontwikkelingen toetst. „Nu is de gemeente die bouwt ook toezichthouder. Dat gaat niet samen. In Duitsland en Frankrijk zijn die organisaties bijna aparte staten in een staat. Die kunnen bij een bedrijf aan de poort komen, de boel sluiten en de directeur gevangenzetten als de veiligheid hun niet zint.”
Volgens Ale gaan we op den duur in Europees verband toe naar een dergelijk toezicht. „Zoals het in Nederland is georganiseerd, is het op den duur niet meer vol te houden.”
Mede door de ongebreidelde bouw langs wegen, spoorlijnen en bij aanvliegroutes van Schiphol worden de gevolgen van eventuele rampen steeds groter, maar wordt de kans op een ramp wel kleiner, stelt Ale. Hij vindt het van de gekke dat er een nieuw groot winkelcentrum in Eindhoven pal naast het spoor wordt gebouwd waar chloortreinen langskomen.
Ook het bouwen in de uiterwaarden en het idee om in Den Bosch een ondergronds theater te bouwen is volgens hem van de zotte. „Op zich prima, maar dan moeten we na een ramp daar niet met krokodillentranen bij de kuil gaan staan en zeggen dat dit nooit meer mag gebeuren. Dat risico neem je nu eenmaal met dergelijke initiatieven”, aldus Ale.
Gevaren ziet hij ook voor de Zuidas in Amsterdam. Het is niet direct de politiek die daar schuldig aan is, maar volgens hem de hypocrisie van de meeste Nederlanders. „Wij willen inderdaad niet dat zich nog een vliegtuig in een Bijlmerflat boort, maar de meeste mensen vliegen wel graag over Amsterdam naar de Spaanse kust, dus nemen we het risico op de koop toe.” Bovendien is volgens Ale voor veel Nederlanders Marbella heel dichtbij, maar is een aanslag zoals in Madrid opeens toch wel ver weg.
Net als de onderzoekers van de rampen in Enschede en Volendam concludeert de directeur van het Nibra dat het bestaande beleid moet worden uitgevoerd en dat niet na iedere ramp weer nieuw beleid moeten worden gemaakt. Dat was onder meer het geval na de vuurwerkramp in Enschede. „Het zware vuurwerk daar was al jaren overal in Nederland verboden, maar nu hebben we dan besloten om vuurwerkconcentratiegebieden in Nederland te realiseren. Dat worden de coffeeshops voor vuurwerkhandelaren. In Volendam concludeerden we dat slingers in een feestende menigte met kaarsen niet goed is, maar tijdens carnaval moeten we daar weer niet al te hard over zeuren”, stelt hij cynisch vast.