Bakker Bouman: Soms last van dipje bij zonsopkomst
Voordat Conrad Bouman (45) uit Oosterland op zondag naar de kerk gaat, drinkt hij eerst een sterke bak koffie. Zijn werk als bakker begint doordeweeks al in de vroege uurtjes, en dat ritme wreekt zich op de rustdag.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakte donderdagmorgen bekend dat 3,6 miljoen Nederlanders regelmatig buiten kantooruren werken. Vooral ondernemers zijn vaak ’s avonds, ’s nachts of in het weekeinde actief.
Voor bakker Bouman is ’s nachts werken al lang geen bijzonderheid meer. Deze week is het precies elf jaar geleden dat hij de bakkerswinkel in het Zeeuwse Oosterland overnam. „Je went aan onregelmatige tijden, en ook de kinderen weten niet beter.”
Toch valt het voor Bouman niet altijd mee om tijdens de kerkdienst in de plaatselijke gereformeerde gemeente de ogen open te houden. „In de begintijd was het helemaal bar. We hebben al snel daarna besloten dat ik op zaterdag eerder stop. Ik ben nu voor 11.00 uur de bakkerij uit, zodat ik de nodige rust krijg.”
Het is een van de minder fijne kanten van het nachtwerk. Op vier van de zes werkdagen begint Boumans werkdag om 3.00 uur, met het bereiden van deeg. Het hele proces om brood te bakken, heeft zo’n drieënhalf uur nodig. Tussen 6.30 en 7.00 uur moet het brood de oven uit. Zo is het een uurtje later voldoende afgekoeld om gesneden te kunnen worden.
Bouman is ingesteld op het werkritme. „Maar als de zon opkomt, in de zomer tussen 4.00 en 6.00 uur, heb ik soms een dipje. Maar na een bak koffie gaat het wel weer.”
En dat is maar goed ook, want het werk is dan nog lang niet gedaan. In de tijd dat de broden rijzen en daarna gebakken worden, zijn de bakker en zijn knechts druk bezig met bolletjes, kadetten en bolussen. En dat allemaal om rond 8.00 uur het belangrijkste assortiment in de winkel beschikbaar te hebben.
Na die tijd volgt het „kleine spul”, zoals Bouman de appelflappen en verschillende soorten gebak noemt. „Later op de ochtend maken we de koekjes, schuimproducten en chocolade. Tussen 12.00 en 13.00 uur is er vaak nog wat inpakwerk en maken we de bakkerij schoon.”
’s Middags duikt Bouman een uurtje of twee zijn bed in. „Voor de kinderen is dat niet altijd even leuk. Als onze zoontjes een vriendje meenemen om te spelen, moeten ze stil zijn omdat papa ligt te slapen. Gelukkig bevindt de slaapkamer zich aan de voorkant van het huis, dus veel last heb ik niet van geluid.”
De bakker komt ruim voor het avondeten weer uit bed. „Dan heb ik de tijd om een boodschapje te doen of een van de kinderen naar zwemles te brengen. Dat gaat ook allemaal door. En ik wil niet dat onze kinderen straks zeggen dat papa geen tijd voor hen had. Ik probeer er altijd voor hen te zijn.”
Na het avondeten bekijkt Bouman de bestellingen die via de mail, webshop of WhatsApp binnengekomen zijn. „Die lijst zet ik alvast klaar voor ’s nachts. Rond 23.00 uur ga ik weer naar bed. Ja, dat zou wel iets eerder kunnen. Maar met een gezin met opgroeiende kinderen valt dat niet mee.”
Bakkerij en woonhuis bevinden zich onder één dak. Bouman is dus 24 uur per dag thuis. „Dat is de positieve kant van dit vak. De kinderen komen ’s morgens uit bed en rennen in pyjama de bakkerij in om een knuffel te geven.”
In de voorjaars- en herfstvakantie organiseert de bakker altijd een dagje uit voor het gezin. „En in de zomervakantie gaan we twee weken op vakantie. Als gezin zijn we heel zuinig op deze dagen.”