Binnenland

Leven na burn-out: met weinig geld mensen blij maken

Een bloeiende carrière als docent had Corien Harbers voor zich. Totdat ze ziek werd en in een psychiatrische kliniek werd opgenomen. Niet alleen haar baan verloor ze, ook haar royale salaris. Nu klimt ze uit het dal: ze doet vrijwilligerswerk én ze kan binnenkort weer op zichzelf wonen.

Jan Pieter Rottier (ND)
1 March 2017 18:40Gewijzigd op 16 November 2020 09:55
Corien Harbers woont in een woonvorm voor mensen met psychische problematiek. Ze helpt als vrijwilliger bij de catering op het Ichthus College in Veenendaal. beeld Jorik Algra
Corien Harbers woont in een woonvorm voor mensen met psychische problematiek. Ze helpt als vrijwilliger bij de catering op het Ichthus College in Veenendaal. beeld Jorik Algra

Het is 1999 als Corien Harbers (nu 33 jaar) start met de mbo-opleiding tot verzorgende op het Albeda College in Rotterdam-Zuid. Een leer-werktraject volgt ze, en zodoende gaat ze tegelijkertijd aan de slag in een verpleeghuis in Ridderkerk, op een steenworp afstand. Leuk werk, maar het is toch niet helemaal wat ze zoekt.

Het liefst zou ze teruggaan naar de schoolbanken. Ze wil docent worden en leerlingen klaarstomen voor het vak van verzorgende. In 2003 zet ze de eerste stappen in die richting: ze wordt praktijkopleider bij een organisatie voor ouderenzorg. Ondertussen volgt ze de docentenopleiding verpleegkunde.

In 2010 komt haar droom uit: ze mag aan de slag op het Albeda College. Een goed gesprek met een docent daar en het is beklonken. Maar ze is nog maar kort aan het werk of ze wordt heel ziek.

Wat gebeurde er precies?

„Van de ene op de andere dag voelde ik dat er iets knapte in mijn hoofd. En toen was het gewoon klaar. Ik heb nog geprobeerd om door te gaan, maar het lukte niet. Een heel zware burn-out was het. Niet door het werk overigens. Persoonlijke omstandigheden. Een paar maanden later werd ik korte tijd opgenomen in een psychiatrische kliniek en daarna nog een keer. Je verliest letterlijk jezelf, je weet niet waar je gaat eindigen. Je denkt niet meer aan morgen. Je denkt alleen: hoe kom ik dit uur door? Drie jaar duurde het, en daarna ging het langzaamaan beter.”

U stond ineens buiten de maatschappij.

„Ja, en je krijgt ineens een etiket opgeplakt. Het is heel heftig. Je voelt je enorm tekortschieten. In je werk kun je veel kwijt: wie je bent, je talenten, je energie. Als dat wegvalt, ben je teruggeworpen op jezelf, ben je alleen bezig met je ziekte, met wat je niet kunt. En dat is niet fijn.”

Hoe gaat het nu?

„Heel goed. In mei ga ik weer op mezelf wonen, heel leuk. Verderop in Ede heb ik een huisje gevonden. Ik kijk uit naar de verhuizing. Je werkt lang toe naar zelfstandigheid, en dan is het ineens zover. Daar word je stil van. Alsof je een tweede kans krijgt. Ik ben God echt dankbaar.

Nu heb ik nog een kamer in een woonvorm. Hier krijg ik ook begeleiding. Het is vooral een mooie plek, omdat ik het nodig had, maar hier wonen zou natuurlijk nooit mijn eerste keus zijn.”

Waar leeft u van?

„Van een uitkering; ik krijg ongeveer 20.000 euro bruto per jaar. Ik doe ook nog vrijwilligerswerk en daarvoor krijg ik een kleine vergoeding. Ik help bij de catering op het Ichthus College in Veenendaal. En al zouden ze me 2 euro betalen, ik ben heel blij dat ik het mag doen.”

Dat is ander werk dan u altijd wilde.

„Heel ander werk ja, maar ik hóéf me niet te bewijzen. Ik hoef mij niet druk te maken over de toekomst. Ik mag leven in afhankelijkheid van God. Mijn uitgangspunt is nu: leef het leven gewoon. Natuurlijk heb ik de ambitie om betaald werk te krijgen. Ik heb er ook wel verdriet om gehad dat dat er nog niet in zit. Maar ik heb tenminste weer een goede reden om op stap te gaan. Ik krijg weer waardering. Ik word weer gemist. Dat is veel belangrijker.”

Hoe is het om van een royaal salaris naar een kleine uitkering te gaan?

„Dat was best wennen. Je leefpatroon moet om. En wat ik heel lastig vond: je hebt steeds het gevoel dat je verantwoording moet afleggen voor wat je uitgeeft.”

Wat kon voorheen wel en nu niet?

„Eerst lette ik nooit op de koopjes; nu moet het wel. Ik denk na voordat ik iets koop. Als ik de keus heb tussen biologisch en gewoon en het past binnen het budget, dan kies ik biologisch. We moeten verantwoordelijk omgaan met onze aarde, vind ik.

Verre reizen maken kan niet meer. Afgelopen zomer logeerde ik een kleine week op een camping in Bennekom. Ik was 4 euro per nacht kwijt. Ik vind dat ik genoeg heb om van te leven, maar ik moet wel m’n verantwoordelijkheid nemen en mijn leven erop aanpassen. Dat vind ik een uitdaging, maar ik vind het ook leuk.”

Leuk? Hoe bedoelt u?

„Het is leuk om een koopje te scoren. Wat ik ook leuk vind: als ik zo’n goedkope ov-dagkaart heb gebruikt, en hij is nog geldig, dan wacht ik bij het kaartjesautomaat om ’m aan iemand te geven. Dan krijg ik vaak leuke reacties. Daar word ik blij van. Met weinig geld mensen blij maken, dat vind ik echt superleuk.

Laatst, toen ik jarig was, kreeg ik geld van m’n ouders. Daarvan heb ik een duurzame zaklamp op zonnecellen gekocht. Het mooie is: je betaalt er meteen één voor iemand in Afrika. Ik doe liever dit soort dingen met m’n geld, dan dat ik het stort op de rekening van een goededoelenorganisatie.”

Waaraan geeft u uw geld verder uit?

„Driekwart van mijn uitkering ben ik kwijt voor mijn kamer, zorg en begeleiding. Eten krijg ik in de woonvorm. Ik hoef alleen de extra dingen te kopen: wasmiddel, toiletpapier en eten voor m’n kat en konijn. Dat kost me maandelijks zo’n 80 euro.

Verder heb ik nog een klein autootje: een Skoda Citigo. Ik tank maximaal twee keer per maand; een auto is gewoon duur. Maar hij is wel belangrijk voor me: ik kan er familie mee bezoeken en mijn vriendinnen.”

U wilt weer op uzelf gaan wonen. Hoe regelt u dat?

„Het is een flinke stap. Maar ik neem ook de tijd om het te leren. Gelukkig heb ik een fijne begeleider, zij helpt mij erbij. Ze geeft mij concrete handvatten en feedback. Ik label nu al mijn inkomsten en uitgaven, zo leer ik mijn financiën onder controle krijgen. En ik probeer mezelf te beheersen, om niet van alles te kopen. Straks hoef ik de woongroep niet meer te betalen. Met dat geld kan ik mijn huisje betalen.”

Wat is uw grootste miskoop?

„Ik houd erg van schoenen. Afgelopen zomer zag ik schoenen die leken op Floris van Bommels, van die hele mooie. Ik had ze gekocht, maar ze waren eigenlijk meteen al te klein. Dertig euro kostten ze, maar wel 30 euro te veel. Uiteindelijk heb ik ze maar weggegeven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer