Doorrijden na schade neemt toe
Het aantal weggebruikers dat doorrijdt na schade te hebben veroorzaakt, is volgens gegevens van het Waarborgfonds Motorverkeer vorig jaar gestegen. Het fonds kreeg 58.125 schadeclaims binnen waarbij de dader was doorgereden. In 2002 waren dat er nog 56.818.
Dat blijkt uit het jaarverslag 2003 van het fonds. Bij het fonds kunnen personen, bedrijven en instanties aankloppen die voor een schadevergoeding niet bij een verzekeringsmaatschappij terechtkunnen, omdat de dader is doorgereden, maar bijvoorbeeld ook omdat de dader onverzekerd is.
Doorgereden daders vormen al sinds jaar en dag de hoofdmoot achter alle claims die het fonds binnenkrijgt. Daarna komen de claims waarbij de dader onverzekerd is. Ook die stegen, met ruim 300, naar 3387.
Het fonds kreeg in totaal 62.200 claims binnen, een stijging met 2,4 procent. Die groei komt overeen met de groei van het verzekerde wagenpark in Nederland. Aan schadevergoedingen keerde het fonds 67,4 miljoen euro uit tegen 63,8 miljoen euro in 2002.
Het merendeel van de claims betreft parkeerschade. Vorig jaar ging het om 35.736 verzoeken, evenveel als in 2002. Daarna volgt schade aan wegmeubilair, zoals vangrails, verkeersborden en lichtmasten.
Op dit terrein is al enige jaren sprake van een sterke groei. Vorig jaar steeg het aantal wegmeubilairclaims met 10 procent naar 17.235. De grootste claimer op dit gebied is Rijkswaterstaat. Het fonds overlegt met deze dienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat over een jaarlijkse afkoopsom. Daarmee kunnen volgens het fonds aan beide kanten kosten worden bespaard, omdat de administratieve lasten afnemen.
Uit de cijfers blijkt verder dat het aantal claims in verband met letselschade voor het derde achtereenvolgende jaar is gedaald. Het waren er 1617, 100 minder dan in 2002.
Het Waarborgfonds Motorverkeer wordt gefinancierd door de verzekeringsmaatschappijen en indirect door de gemotoriseerde weggebruikers met een verzekering.