Ze vinden dat zijn vader en moeder niet hebben ingegrepen toen hij ontspoorde, meldde het Algemeen Dagblad maandagmorgen. Op 6 maart is er een zitting in deze bodemprocedure.

Op 9 april 2011 schoot Tristan van der V. (24) zes mensen dood, daarna beroofde hij zichzelf van het leven. Van der V., die christelijk is opgevoed, leed aan schizofrenie. De autoriteiten meldden een paar maanden na de schietpartij dat Van der V. een fascinatie had voor wapens. Bij conflicten zei hij weleens: „Ik schiet jullie dood.” De eerste keer dat hij dat zou hebben gezegd, was in 2004.

Van der V. was geïnteresseerd in filmmateriaal over schietpartijen op scholen, waarbij jonge mensen dood en verderf zaaien. Hij spendeerde tientallen uren op internet aan het bekijken van schietpartijen in Amerika en Finland. Zo was hij gefascineerd door de schietpartij in Columbine. Opvallend aan dat incident was dat iemand die beleed dat ze in Jezus geloofde, werd doodgeschoten.

De ouders van Tristan van der V. vonden het „niet wenselijk” dat hun zoon in 2008 een wapenvergunning aanvroeg. Tristan was in 2006 opgenomen geweest vanwege psychische problemen. „Wij wisten niet beter dan dat de politie van de problemen van Tristan wist. Ze hadden hem zelf in 2006 bij ons weggehaald. We dachten dat dit was meegenomen in de afgifte van de vergunning”, aldus vader Van der V. in 2013 bij de rechtbank in Den Haag. De ouders uitten in de loop der jaren bij verschillende instanties hun zorgen over Tristan, verklaarde de vader destijds.

Advocaat Lionel Lalji, raadsman van de dertien slachtoffers van de schietpartij, was maandagmorgen niet bereikbaar voor commentaar.