Hersenen ADHD’ers zijn iets kleiner
Mensen met ADHD hebben kleinere hersenen dan mensen zonder de aandoening. Dat blijkt uit een groot internationaal onderzoek onder leiding van het Radboudumc in Nijmegen, dat donderdag is gepubliceerd in het medische vakblad The Lancet Psychiatry.
Vijf hersendelen zijn kleiner, vooral de amygdala of amandelkern (die zintuiglijke waarneming koppelt aan emoties) en de hippocampus (die betrokken is bij het opslaan van nieuwe herinneringen). Het kleinere volume leidt waarschijnlijk tot de vertraagde hersenontwikkeling die kenmerkend is voor ADHD.
Mensen met de stoornis zijn snel afgeleid en vertonen impulsief en hyperactief gedrag. Een op de twintig kinderen heeft er last van, twee derde van hen houdt symptomen in het volwassen leven.
De onderzoekers kwamen de verschillen in hersenvolume op het spoor door 23 eerdere onderzoeken naast elkaar te leggen, waardoor er een grote, internationale onderzoekspopulatie ontstond. Ze benadrukken dat de verschillen heel klein zijn. De verschillen waren het duidelijkst zichtbaar bij kinderen en minder groot bij volwassenen.
Hoofdonderzoeker Martine Hoogman van het Radboudumc zegt in Trouw: „Ik hoop vooral dat het onderzoek wat stigma’s wegneemt. (…) ADHD is méér dan ‘gewoon een moeilijk kind’.”