CU en SGP verduidelijken afwijzen stervenswet op NVVE-congres
Ruim 62 procent van de bevolking is voor het wetsvoorstel van D66 om mensen met een voltooid leven medische hulp te bieden bij zelfdoding, blijkt uit onderzoek in opdracht van de NVVE. Tijdens een publieksdebat van de lobbyorganisatie verklaarden CU en SGP woensdagmiddag hun tegenstem.
Te benijden zijn ze niet; de Tweede Kamerleden Dik-Faber (CU) en Van der Staaij (SGP). Hun college-Kamerleden van D66, VVD, PvdA, GroenLinks en 50Plus betonen zich tijdens het NVVE-publieksdebat duidelijk voorstanders van de D66-stervenswet. De SP, die veel reserves heeft, laat verstek gaan.
PVV-woordvoerster Karin Gerbrands, oud-Kamerlid voor de partij, laat weten dat de PVV over een aantal praktische details nog knopen moet doorhakken, maar het principe achter de wet volledig steunt. Het CDA vindt het voorlopig nog te vroeg voor de wet. Kortom, als échte tegenstanders zijn Dik-Faber en Van der Staaij een afgetekende minderheid.
Het onderzoek, uitgevoerd door Motivaction, biedt voldoende stof voor discussie. Van een glasharde scheidslijn tussen voor-en tegenstanders is geen sprake om maar iets te noemen. Zo vindt 30 procent dat de wet er zeker moet komen; 11 procent vindt zeker van niet. Een groep van 48 procent aarzelt; 33 procent ziet meer plussen dan minnen en 15 procent heeft juist meer tegenargumenten. Nog eens 11 procent heeft geen mening of weet het niet.
Opmerkelijk is ook dat 64 procent van de ondervraagden vindt dat hulp bij zelfdoding bij uitstek moet worden geboden door artsen. Voor levenseindebegeleiders, de hulpverleners die D66 in gedachten heeft, opteert een veel kleiner percentage, 26 procent.
Reden genoeg dus om uit te zoeken hoe dat zit. Maar de zaal, gevuld met zo’n 200 NVVE-leden, is eigenlijk maar in één vraag geïnteresseerd: Waarom wijzen CU en SGP de wet zo volhardend af? Niemand is straks toch verplicht van de wet gebruik te maken en zijn leven te beëindigen? Waarom dan beletten dat anderen die er naar snakken die mogelijkheid wel krijgen, als daar een zorgvuldige procedure voor te bedenken valt? Onbarmhartig, oordelen de NVVE’ers.
Dik-Faber legt uit dat het wat haar betreft niet zo eenvoudig ligt. Wie doet alsof zij mensen wil dwingen door te leven of wil verbieden een eind aan hun leven te maken, geeft volgens het Kamerlid een verkeerde voorstelling van zaken. „Dat kan ik niet eens.”
Wie zijn leven echt wil beëindigen, kan dat ook zonder de wet, stelt Dik-Faber. „Dat weet ik verdrietig genoeg uit mijn eigen omgeving.” Ze maakte mee hoe iemand na enkele mislukte suïcidepogingen ophield met eten en drinken en daardoor overleed, op afstand begeleid door een arts.
Cruciaal voor de standpuntbepaling van de ChristenUnie rond de wet is de vraag: Is het faciliteren van zelfdoding een overheidstaak. Dik-Faber: „Daarop is ons antwoord: Nee. Zo’n wet dwingt ouderen tot een keuze. Wat wil ik, doorgaan of stoppen? Ouderen gaan zich door zo’n wet onveilig voelen. Dat willen wij niet.”
Van der Staaij zegt de redenering dat NVVE’ers zich door de SGP in de steek gelaten voelen op zich wel te kunnen begrijpen. „Voor mij is elk mensenleven kostbaar en waardevol. Dat hangt nauw samen met mijn geloofsovertuiging”, steekt hij van wal. Probeert u het eens vanuit mijn kant te bekijken, vraagt hij de NVVE’ers. „Iemand omschreef dementerende ouderen ooit als zombies die de hele dag in hun poepluier in het verpleeghuis zitten. Hij vond dat er voor zulke ouderen de mogelijkheid zou moeten zijn van euthanasie. Als ik me daar achter zou scharen, zou ik daarmee dat negatieve waardeoordeel over hun leven bevestigen. Dát vind ík een voorbeeld van anderen in de steek laten. Ik wil juist voor deze mensen opkomen. Precies het tegenovergestelde dus.”
Van der Staaij zegt een duidelijke boodschap te hebben opgepikt uit de schrijnende verhalen van veel aanwezigen; voor sommige ouderen kan het leven een enorme worsteling zijn. „Tegelijkertijd zeg ik: We kunnen als samenleving nog veel meer doen om te voorkomen dat ouderen zich uitgerangeerd voelen. Wie 75 of 80 is, hoeft niet de hele dag ‘dankjewel’ te zeggen. Veel mensen kunnen op die leeftijd nog veel voor de samenleving betekenen. Er zou vaker ‘bedankt’ tegen hen moeten worden gezegd.”
Ook directeur Vanderkaa van de seniorenorganisatie KBO-PCOB pleit voor meer maatschappelijke waardering voor ouderen. „Sommigen zeggen: ‘Er moet een leeftijdsgrens in de stervenswet komen, want als iemand van 45 een doodswens uit is dat niet normaal.’ Is het dat soms wel bij iemand van 75? Veel ouderen worstelen met de angst dat ze later in alle eenzaamheid zullen aftakelen en sterven. Voorkomen dat ouderen de hele dag met die angst rondlopen; dát zou onze uitdaging moeten zijn.”