Diamanten bruidspaar: „Huwelijk is geven en nemen, maar vooral geven”
Zestig jaar zijn ze al samen, Joh. J. Cluistra (91) en A. Cluistra-Bos (86) uit Benschop. Wat is volgens hen het geheim van een goed huwelijk? En welke wijze raad hebben ze na al die jaren voor jonge stellen?
De woonkamer van hun woon-zorgappartement staat nog vol kaarten. Vorige week vierde het echtpaar Cluistra dat ze zestig jaar aan elkaar verbonden zijn, samen met hun zes kinderen, negentien klein- en zeven achterkleinkinderen.
Vanzelfsprekend is dat niet, beseffen ze. Hij: „Tegenwoordig scheiden ze snel. Daar hebben wij nooit over gedacht.” Zij: „Die zestig jaar, dat hebben we niet zelf gedaan. Het is een gave.”
Als 27-jarige boerenzoon uit Polsbroek kreeg Cluistra een tip: in Lopik lopen nog twee vrijgezelle meiden rond. Dus reed hij op de fiets naar het dorp om de dames op te zoeken en een kopje koffie te drinken. Hij zag wel wat in de oudste van het stel. Zij: „De liefde is zachtjes aan gegroeid.” Daar namen ze de tijd voor: de verkering duurde 3,5 jaar. Hij: „Ik moest eerst ondervinden of het inderdaad een leuk meisje was.” In de begintijd mochten ze elkaar ook maar één keer in de week zien. Hij: „Thuis moest er ook gewerkt worden. Ik stond om 4 uur op om koeien te melken.”
De bruiloft vond plaats op de boerderij, het ouderlijk huis van de bruid, en was tegelijk met die van haar zus en zwager. De jurken hadden de dames zelf genaaid. Tien maanden na het huwelijk verongelukte haar zus. Allebei waren ze zwanger. „Dat was heel wat. Al besef ik dat nu ik ouder ben meer dan toen.”
Geduld
„Het huwelijk is geven en nemen”, zegt mevrouw Cluistra. „Maar vooral geven.” Natuurlijk, ze hebben heus weleens een meningsverschil. „Dan zeg ik een poosje niets. Na een tijdje gaat het dan vanzelf weer goed. Je moet geduldig zijn, niet je eigen ik vooropzetten”, is haar advies.
Geduld hebben vindt ze tegelijk het moeilijkste in het huwelijk. „Ik heb vaak gebeden: Heere, geef wijsheid om te doen wat goed is. Je mag Hem vragen om de juiste woorden, want je kunt zo gauw iets verkeerd zeggen.”
Dat is volgens haar de hoofdzaak: leven in afhankelijkheid van de Heere. „Hij wil wijsheid en geduld geven. Als we het zelf doen, komt er niks van terecht.”
Of ze weleens teleurgesteld in elkaar zijn geweest? Hij: „Ik geloof dat dat wel meevalt.” En: „We kunnen elkaar niet missen. Zij moet mij helpen, om bijvoorbeeld de jas aan te doen, en ik help haar.” Zij: „Hij is zorgzaam, daar kun je geen betere van hebben. Hij gebruikt weinig woorden, maar ziet alles. Dat is een pluspunt.” Waarom hij voor zijn vrouw koos, en niet voor haar zusje, daar heeft hij nooit zo over nagedacht. Hij pakt zijn rollator, om even later terug te komen met een fotolijstje. De zestig jaar oude zwart-witplaat toont twee jonge bruidsparen. „Zeg jij maar wie de liefste is.”
Dit is het tweede deel in een serie interviews naar aanleiding van de MarriageWeek, de Week van de Relatie.