Dwangarbeid krijgt koninklijke aandacht
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima besteden donderdag tijdens hun werkbezoek aan Duitsland andermaal aandacht aan de Tweede Wereldoorlog. Op het terrein van een voormalige munitiefabriek in Leipzig in de deelstaat Saksen wordt stilgestaan bij de 500.000 Nederlanders die door de Duitse bezetter gedwongen werden in de Duitse oorlogsindustrie te werken. Van hen kwamen er 30.000 om het leven.
In de Leipziger munitiefabriek werkten 500 Nederlanders. Het koningspaar, dat al woensdag in voormalig concentratiekamp Buchenwald was, bezoekt het informatiecentrum en bekijkt een fotoalbum uit die tijd dat is samengesteld door de Nederlander Gerard-Jan Jochems. De voormalige dwangarbeiders hebben in Nederland lang geen erkenning gekregen. Pas in 1996 kwam er voor hen ook een nationaal monument in Overloon.
Het paar kruist donderdag ook het pad van de gelijktijdig in Thüringen en Saksen aanwezige Nederlandse handelsmissie die zich onder meer richt op chemie en duurzame energie. Koning en koningin eindigen de dag in Lutherstadt Wittenberg, waar in de Slotkerk wordt stilgestaan bij het begin van de reformatie 500 jaar geleden door Maarten Luther.