Bunschoter krijgt meer pompkracht na unieke hartoperatie
Stef Meester (56) was in oktober de eerste Nederlander, en wereldwijd de 92e patiënt, die een hartoperatie onderging volgens een revolutionaire techniek waarbij de hart-longmachine niet nodig was. De operatie was een succes. Drie maanden later doet hij zijn verhaal.
Meester wandelt met rottweiler Balou over de Stadsgracht vlak bij zijn huis, langs bevroren weilanden. De molen en de oude kerktoren van de hervormde kerk maken het Anton Pieckplaatje compleet. Meester geniet weer. Hij kan een halfuur lopen. Hoe was dat drie maanden geleden?
De voormalige markthandelaar in vis zat in een scootmobiel, na bijna vier jaar tobben met zijn gezondheid na ernstig hartfalen. De pompfunctie van zijn hart lag op 30 procent. Bij een goed functionerend hart is dit tussen de 60 en de 70 procent.
Vrachtwagen
De dag voor Kerst 2012. De drukste dag van het jaar voor visboer Stef Meester. Vissalades, paling, zalm, garnalen. Het is alleen nog een kwestie van produceren en klaarzetten. Die nacht wordt hij om 2.30 uur wakker. Het voelt alsof er een vrachtwagen op zijn borst geparkeerd staat. Meester stapt uit bed en banjert tot 4.00 uur door de woonkamer. Ik breng eerst het personeel naar de markt en ga dan naar het ziekenhuis, redeneert hij.
Zo ver komt het niet. Een zoon belt 1-1-2. In het ziekenhuis wordt Meester gedotterd. De vijftiger is getroffen door een zwaar hartinfarct op de ongunstigste plek, de tussenwand van de linkerhartkamer en de voorwand van het hart. Op oudejaarsdag verlaat hij het ziekenhuis.
Het contrast is groot. De hardwerkende ondernemer is veranderd in een man die buiten adem is als hij de trap oploopt. Ineens zit hij thuis. Drie jaar lang krijgt hij telkens nieuwe medicijnen. Hij slikt negen pillen per dag. Meester blijft doodmoe.
Op een hartecho zien medici een verwijding van de linkerhartkamer. „Toen kreeg ik te horen dat ik vanwege mijn leeftijd in aanmerking kwam voor die nieuwe operatietechniek.”
Op 27 oktober 2016, om 8.00 uur, is het druk in de operatiekamer. Meester ziet vanuit zijn ooghoeken rond de 25 mensen, onder wie hartchirurgen uit Duitsland en de VS. Een hartchirurg strijkt hem door het haar. „Het komt allemaal goed”, zegt hij.
Hondsberoerd
De operatie duurt drie uur, terwijl een openhartoperatie wel het dubbele aantal uren kan duren. Na de operatie voelt hij zich wekenlang hondsberoerd. „Het vlammetje gaat uit, dacht ik. Ik had enorme pijn bij mijn ribben.”
De pompkracht van zijn hart verbetert sinds de operatie enorm. Artsen proberen die naar 48 procent te krijgen. Meester staat wel op de lijst voor een steun- én een donorhart. Het mooiste zou zijn als zijn eigen hart het redt, weet hij ook.
Meester helpt af en toe zijn zoon, die zijn viszaak voortzet, in de visschuur. Hij werkt snel te veel. Vijf minuten de straat aanvegen? Het kan genoeg zijn om de rest van de dag door zuurstofgebrek ziek te zijn. „Ik heb in het ziekenhuis gesproken met een maatschappelijk werker over hoe om te gaan met de nieuwe situatie. Dat gaat niet meer lukken, vrees ik”, zegt hij met een grimas. „Ik heb wat tegen deuren getrapt omdat ik niet meer kon werken. Dat was heel moeilijk.”
Waar zijn hartproblemen vandaan kwamen? „Stress”, denkt hij. „En die zware shag.” Meester rookte veertig jaar lang een pakje per dag. Met zijn natte, koude vishanden was het moeilijk om een normaal sjekkie te rollen. Het was snel een paar hijsen en weg ermee. Maar ja, iedereen rookte vroeger. Met een sjekkie in de mond een harinkje schoonmaken, asbakken in visverkoopwagens, daar keek niemand vreemd van op. Na het infarct raakte Meester geen peuk meer aan.
Sneller herstel
NIEUWEGEIN. Het St. Antonius Hartcentrum in Nieuwegein voert jaarlijks rond de 2000 openhartoperaties uit en dottert zo’n 2500 patiënten. Openhartoperaties zijn loodzwaar voor de patiënt.
De hartoperatie „met kloppend hart”, waarbij de hart-longmachine niet nodig is, komt over uit de Amerikaanse kliniek BioVentrix. Chirurgen maken een kleine snee tussen twee ribben en een snee in de hals en liezen en schuiven een katheter vanuit de hals naar het hart. Vier ankertjes worden met draden en precisie-instrumenten aan het hart vastgemaakt en chirurgen verkleinen de hartkamer.
De pompfunctie neemt weer toe. De „minimaal invasieve” ingreep zorgt voor een veel kleinere wond, minder bloedverlies en minder kans op complicaties, aldus het St. Antonius.