Binnenland

Justitie heeft oog voor verdachte met laag IQ

Mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) komen bovengemiddeld vaak in aanraking met het strafrecht. Het besef bij politie en justitie dat zij om een speciale aanpak vragen, groeit.

24 January 2017 11:29Gewijzigd op 16 November 2020 09:39
Kaal. beeld djizien.dji.nl
Kaal. beeld djizien.dji.nl

Lvb’ers hebben een beperkt IQ dat schommelt tussen de 50 en de 85, én een beperkt aanpassingsvermogen. Ook hebben ze moeite met het overzien van de gevolgen van hun gedrag. Mede daardoor raken ze bovengemiddeld vaak betrokken bij criminele activiteiten, zo blijkt uit cijfers. Wordt het percentage lvb’ers onder de bevolking geschat op ruim 15 procent, in gevangenissen ligt het fors hoger. Daar kampt vermoedelijk een derde tot bijna de helft met een lichte handicap.

Lvb’ers moeten al tijdens het eerste politiecontact gericht worden benaderd, zo bepleiten experts al jaren. Alle inspanningen ten spijt komt zo’n speciale aanpak nog maar mondjesmaat van de grond, laat een maandag verschenen onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie, echter zien.

Toch is het niet een en al somberheid troef, verzekert dr. H. Kaal, als lector lvb en jeugdcriminaliteit verbonden aan de Hogeschool Leiden. „In de top van het gevangenis- en het reclasseringswezen, zie ik een groeiende aandacht voor de lvb-problematiek.”

Welke verbeteringen ziet u zoal?

„Het is onbegonnen werk om elke verdachte een tijdrovend onderzoek te laten ondergaan om te zien of het iemand met een lichte beperking betreft. Tegenwoordig is er wel een screeningsinstrument dat kan helpen om deze beperking te signaleren. Dit is binnen verschillende gevangenissen al in gebruik. Momenteel gaan ook de Raad voor de Kinderbescherming en de Halt-bureaus na hoe ze deze screening het beste kunnen inzetten. Ik heb goede hoop dat mensen met een lichte beperking dankzij deze tests sneller worden herkend.”

Met alleen een snellere herkenning komen we er niet, zegt het rapport.

„Terecht, maar er gebeurt gelukkig veel meer. Zo kijkt men op dit moment bijvoorbeeld kritisch naar de leerstraffen van de Halt-bureaus: kunnen die nog verder worden aangepast aan het niveau van mensen met een lichte handicap. Het heeft geen zin om jeugdige delinquenten opdrachten te laten doen die hun cognitieve vaardigheden te boven gaan.

Toch is er al een hele wereld gewonnen als de lvb-problematiek eerder wordt herkend. Als lvb’ers in de gevangenis weigerden mee te doen met het dagprogramma werd dat vroeger vaak gezien als bewuste tegenwerking. Het wordt anders als je inziet dat het gaat om probleemgedrag dat iemand laat zien als gevolg van overvraagd worden. Dan volgt er eerder gerichte hulp.”

De situatie verbetert, zij het stap voor stap?

„Klopt. Bedenk wel: voor veel agenten en detentiewerkers is het vaak alweer jaren geleden dat ze hun basisopleiding hebben gevolgd. Er was toen maar mondjesmaat aandacht voor deze problematiek. Hen bijspijkeren moet dus stapsgewijs, bijvoorbeeld via bijscholing. Pas heb ik samen met een collega’s een lvb-handreiking voor detentiepersoneel geschreven, samen met een groep medewerkers van de penitentiaire inrichting in Leeuwarden. Een trainer van de Dienst Justitiële Inrichtingen reist nu alle gevangenissen af om lvb verder onder de aandacht te brengen en tekst en uitleg te geven. Het is een zaak van de lange adem, maar er is absoluut werk in uitvoering.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer