Staatsschuld eurolanden daalt verder
De negentien landen van de eurozone hebben hun staatsschuld in het derde kwartaal van vorig jaar verder afgebouwd. Hun overheidstekort bleef daarbij nagenoeg op het peil van een jaar eerder, meldde Europees statistiekbureau Eurostat maandag.
De staatsschuld van de eurolanden zakte in het derde kwartaal naar gemiddeld 90,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Een jaar eerder kwam de schuld nog overeen met 91,5 procent van de omvang van de euro-economie. Griekenland kampt nog altijd met de hoogste schuldenlast. Die lag eind september vorig jaar met 177 procent van het Griekse bbp bovendien nog een fractie hoger dan een jaar eerder.
Italië en Portugal volgen Griekenland, met een schuld die 1,3 keer groter is dan hun economie. De Nederlandse staatsschuld zakte in een jaar van 66 naar iets minder dan 62 procent. Het Centraal Planbureau (CPB) voorspelde onlangs al dat de Nederlandse schuld dit jaar daalt tot onder de in de Europese boekhoudregels vastgelegde grens van 60 procent.
Nederland boekte volgens Eurostat voor het tweede achtereenvolgende kwartaal een overschot op de begroting. De inkomsten van de overheid overtroffen de uitgaven met 0,4 procent van het bbp, na een overschot van 0,5 procent in het tweede kwartaal van vorig jaar. Voor heel 2016 rekent het CPB nog op een min van 0,5 procent. Volgend jaar is de begroting volgens het planbureau volledig in evenwicht.
Het overheidstekort van de eurolanden kwam in het derde kwartaal gemiddeld uit op 1,7 procent van hun economie, tegen 1,8 procent een jaar eerder.