Kerk & religie

Jan Dirk van Nifterik: Geboeid door het lijden

Hij is een uitgesproken optimist, zit vol plannen en ideeën en probeert van de meeste dingen het goede te zien. Jan Dirk van Nifterik heeft echter ook ontdekt: „Mijn enthousiasme is ook mijn valkuil.” En: „Ik weet ook dat de mens geneigd is tot alle kwaad, en niet in staat is tot enig goed.”

Jan van ’t Hul
21 January 2017 18:15Gewijzigd op 16 November 2020 09:38
Jan Dirk van Nifterik. beeld RD, Anton Dommerholt
Jan Dirk van Nifterik. beeld RD, Anton Dommerholt

Met zijn gezin bewoont Van Nifterik (34) een mooi bungalowtje in het kerkdorp Opheusden. Wat ooit bedoeld was als garage, is nu zijn werkplek, of zoals hij zelf zegt: zijn uitvalsbasis. Op een bureaukast ligt een stapeltje boeken, van ds. W. Silfhout, W. C. Wilson, Alister McGrath en een dvd ”De apostel”.

Aan een van de wanden hangt een groot schilderij, van een hert dat met de kop omhoog vanuit de optrekkende mist in de schemering van de ochtend uitkijkt naar de lichtende bosrand, naar de plek waar de zon opkomt.

„Psalm 42. Het hijgend hert, dat uitziet naar de morgen. Dat is typerend voor hoe ik in het leven sta. Vanuit deze duistere wereld, vol hardheid, wreedheid en vervolging, kijk ik uit naar de toekomst. Want op een dag wordt alles anders.”

Daar is wel een groot geloof voor nodig.

„En dat heb ik niet elke dag in mijn binnenzak. Ik kan niet over een groot geloof beschikken op de momenten waarop ik dat zou willen. Maar te midden van ongeloof en twijfel over mijn eigen geloof blijf ik toch zeggen dat op een dag alles anders wordt. Daar kan ik soms erg naar uitzien.”

Bedoelt u wat Guido de Brès zegt: „Daarom verwachten wij die dag met een groot verlangen…”?

„Ik kan niet zo hoog reiken als Guido de Brès, maar die verwachting leeft wel degelijk. Dat geeft mij ook moed en troost, dat Hij eens wederkomt op de wolken, dat eens alles anders is, dat er op een dag aan alle ellende op deze wereld een einde komt.”

Hij aarzelt. „Ik wil niet de jongen zijn die het allemaal wel weet. Toch ligt er op de bodem van mijn hart die hoop, dat geloof, dat uitzien, al gaan alle stormen van het leven er weleens dwars overheen. Ik mag geloven dat het eens goed komt. Ook voor mezelf. Ik heb dat geloof eerlijk gekregen en wil er met schroom voor uitkomen.”

Jan Dirk van Nifterik is sinds vorig jaar directeur van Hulp Vervolgde Christenen en sinds 2005 eigenaar van Nifterik Multimedia, een bureau voor marketingcommunicatie. Kerkelijk behoort hij met zijn gezin bij de gereformeerde gemeente in Nederland te Opheusden.

Van Nifterik praat vlot, heeft veel woorden, gedachten en nieuwe invalshoeken paraat. Het gesprekstempo ligt hoog. Totdat het opeens over iets van zijn hartzeer gaat. De woordenstroom stokt. De zinnen worden kort, zijn gedachten traag.

Op de kast staat een foto, van zijn drie kinderen, tien, acht en vijf jaar oud. Maar, samen met zijn vrouw kreeg hij er vier. Op 30 september vorig jaar stierf een ongeboren kindje in de moederschoot. „Een operatie redde het leven van mijn vrouw. Maar beëindigde het leven van ons zoontje Hidde. Heel ingrijpend. Vijftien centimeter groot was hij. Opeens kreeg ik hem in mijn handen. Heel scherp besefte ik: „Dit is mijn kind. Zo voelt dat. Mijn kind. De bloedband was er ogenblikkelijk.”

Feller weer, met langere zinnen: „Mensen, besef toch wat je doet als je kiest voor abortus. Het is je eigen kind, je eigen dochtertje, je eigen zoontje. Vroeg of laat wreekt zich dat ontzettend. Eens geeft zoiets gewetenswroeging die niet meer te stillen is. Ook in reformatorische kring wordt nog steeds geaborteerd. Ik heb aanwijzigingen dat dat zo is.”

Het sterven van zijn zoontje heeft Van Nifterik nog lang niet verwerkt, zegt hij. „Steeds sta ik weer voor nieuwe vragen. Als je aan een kindergraf hebt gestaan, komt de diepte van het leven ontzettend dichtbij.”

Opstandig? Zou zomaar kunnen.

„Geweest. Soms nog weleens. Maar God heeft het niet verkeerd gedaan. Hij is goed. Het was de zonde die ons zoontje het leven benam. Dat heeft God niet gedaan.”

Van Nifterik houdt van iedereen die met een knak in de ziel door het leven gaat. Hij is geraakt door de rafelranden van het leven, door kinderen met het down-syndroom, door het ongeboren leven in de moederschoot, door het lijden van vervolgde christenen, door zwangere moeders die over abortus denken en de vluchtelingen in Uganda. Zijn vrouw zegt dat hij van de hele wereld houdt.

„Mijn vrouw zou weleens gelijk kunnen hebben. En ik kan niet de hele wereld op mijn nek nemen. Daar heb ik al goed mijn hoofd aan gestoten. Ik houd van alle mensen, kan niet tegen ruzie, ben iemand van het harmoniemodel.”

In 2011 liep u een burn-out op.

„Ik kon letterlijk geen glas water meer optillen. Dat heeft maanden geduurd. In die tijd raakte ik teleurgesteld in sommige mensen, en verrast door andere mensen. Mensen van wie ik meende dat ze naast me stonden, waren er opeens niet meer. En mensen van wie ik het niet verwachtte, waren er opeens voor me.”

Het was misschien ook een leerzame tijd?

„Voorheen wilde ik iedereen helpen en was ik bij veel te veel stichtingen betrokken. Maar God heeft mij laten zien dat Hij het ook zonder mij kan. Leerzaam was het ook in een ander opzicht: ik kan nu eindelijk nee zeggen, weet nu hoe ik mijn agenda moet beheren. En ik ben van ”overleven” naar ”leven” gegaan. Allemaal winst.”

U bent geboeid door het lijden?

Van Nifterik denkt na, kijkt naar buiten, en zegt ten langen leste: „Dat is wel de rode draad in mijn leven: oog hebben voor het leed van de ander, opkomen voor de zwakkeren in de samenleving. Dat heb ik van huis uit meegekregen. Ons werd er een sterk rechtvaardigheidsgevoel aangeleerd. Ik kan ook niet tegen onrecht. Als ik ergens onrecht zie, ken ik maar één richting: recht naar voren. Hoewel dat niet altijd even handig is. Maar onrecht moet wel aan de kaak worden gesteld. Mensen die geen stem hebben, wil ik helpen een stem te geven.”

Vandaar uw betrokkenheid bij de vervolgde kerk.

„Hoe kan het zijn dat 200 miljoen christenen in de wereld armoede lijden en vervolgd worden, terwijl wij gerieflijk in onze comfortzone doorleven, alsof er niets ernstigs op deze wereld aan de hand is? Ik kan er niet tegen dat we in het vrije Westen vaak zo ongestoord voortleven. Dat raakt mij. Het triggert me.”

Er schiet hem een voorbeeld te binnen. „Op eerste paasdag 2016 was er in de stad Lahore, in Pakistan, een bomaanslag in een park waar veel kerkgangers verbleven. Er vielen 70 doden en meer dan 300 gewonden. De volgende dag lezen wij dat in de krant, zeggen misschien tegen elkaar: „Wat erg is het daar”, en slaan de pagina om. Dat maakt mij boos en verdrietig.”

De mensen die de krant lezen, zeggen: Maar ík kan daar toch ook niks aan doen?

„Dat weet ik wel, maar ik wil toch hardop zeggen: Mensen, kijk eens om je heen, wat er op deze wereld allemaal aan de hand is. Ik krijg foto’s in mijn mailbox van onthoofde christenen, van bomaanslagen op kerken. Echt hoor, het leven kan zo over zijn, kan zomaar voorbij zijn. Morgen kunnen we er niet meer zijn.”

Hebben reformatorische christenen onvoldoende oog voor de vervolgde christenen wereldwijd?

„Het groeit, het groeit. De vervolgde kerk is natuurlijk ook voortdurend in het nieuws, vanuit Irak, Syrië, Nigeria, Noord-Korea. Geen christen kan er nog omheen. Maar pijn benoemen is nog geen pijn beleven. En in het openbare gebed de vervolgde kerk een keer in enkele abstracte zinnen noemen, betekent nog lang niet altijd echt meelijden met hen. Wij mochten wel wat meer ervaren dat het onze broeders en zusters zijn die daar worden bedreigd, vervolgd, gemarteld, gedood. Ik zou graag een groot appel willen doen op christenen in Nederland om deze nood meer in ons leven toe te laten. Het zijn onze medechristenen. Wij kunnen hiervandaan niet alles oplossen, maar iemand die ergens in de gevangenis zit, ervaart het als heel weldadig als hij hoort dat er in Nederland mensen zijn die aan hem denken en voor hem bidden.”

U zou wel in Pakistan of Irak kunnen leven?

„Ik ben er wel geweest, maar denk niet dat mijn taak daar ligt. Als dat wel zo zou zijn, dan kon ik er ook wel wonen. Het gevaar houdt mij in elk geval niet tegen. Ik kan niet rustig op de bank zitten terwijl in Pakistan christenen worden omgebracht of sterven van de honger, hoewel het toch ook wel weer eens goed is om rustig op de bank te zitten. Zoiets brengt mij in een conflict. Dan wil ik mij voor meer dan honderd procent inzetten, hoewel ik ook weet dat de rek er maar zo uit kan zijn.”

Toen u aantrad als directeur van HVC zei uw voorganger, Jan Bor, dat er een frisse wind zou gaan waaien. Wat is er gebeurd?

„Ik ben niet zo’n zwaargewichtdirecteur, ben meer een mensenmens dan een groot manager. Maar bij HVC is er wel het een en ander veranderd. We hechten meer aan verbinden, mensen bij elkaar brengen om samen het goede te doen. Daarnaast ben ik ook wel weer zakelijk genoeg om ervoor te zorgen dat de stichting goed draait, dat er plannen worden gemaakt en eindrapportages worden opgesteld. Wat we nu doen, doen we goed en wat we zeggen dat voeren we uit. Er is heel veel positieve spirit.”

U staat bekend om uw interkerkelijke visie.

„Ik heb respect voor de diversiteit in het kerkelijk landschap, maar hoop toch dat er binnen vijf of tien jaar enkele denominaties in reformatorisch Nederland zijn samengevoegd. Ik bid daar ook om. Als we nu eens net zo veel energie zouden steken in het zoeken naar eenheid als in het bestuderen van allerlei kerkelijke verschillen en scheuringen, dan geloof ik dat het goed komt. Het kan toch niet zo zijn dat God verdrukking en vervolging over ons moet uitstorten om ons bij elkaar te brengen? Ik snap ook niet dat wij nog steeds menen ons de luxe van de verdeeldheid te kunnen blijven veroorloven.”

Kerkelijke verschillen zijn buitengewoon hardnekkig.

„We komen uiteindelijk, mag ik hopen, allemaal uit bij de Heere Jezus Christus, als enige Borg en Zaligmaker van onze zonden. We weten allemaal dat persoonlijke bekering noodzakelijk is, lezen in dezelfde Bijbel, belijden dezelfde Drie Formulieren van Enigheid. En we worden ook nog eens met elkaar naar de rand van de samenleving gedrongen. De Bijbel zegt ons dat er zware tijden zullen aanbreken. Dat zie je nu gebeuren. Laten we het dan ook eens met elkaar aandurven om allerlei bijkomstigheden te vergeten. De tijd van versplintering en hoog opgetrokken kerkmuren is echt voorbij. Ik zou wel een paar piketpaaltjes willen slaan om aan te geven waar we als gezindte over tien jaar willen staan.”

Wat wilt u aan uw kinderen overdragen?

„Dat God het enige houvast is in het leven. Dat ze niet alleen naar uiterlijkheden kijken, maar dat het hun om de inhoud, om de binnenkant zou gaan. Dat ze zich op internet niet veilig wanen achter een filter, maar bewust kiezen wat ze wel en niet willen zien. Dat God hun hart vraagt. Of dat allemaal lukt? Ik denk ’t niet. Ik ben maar zeer beperkt, doe een poging, in de hoop dat God het gebruiken wil tot hun behoud.”

Levensloop Jan Dirk van Nifterik

Jan Dirk van Nifterik werd op 1 september 1982 in Opheusden geboren in een gezin dat behoort tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Sinds 2005 is hij eigenaar van Nifterik Multimedia, een bureau voor marketing en communicatie. Op 1 januari 2016 werd hij daarnaast directeur van Stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC). Van Nifterik is redacteur bij het gezinsmagazine Om Sions Wil, hoofdredacteur van het jongerenmagazine Kompas en vrijwilliger bij Stichting Schreeuw om Leven. Van Nifterik is getrouwd, is vader van vier kinderen (waarvan de jongste in de moederschoot overleed), en woont in Opheusden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer