Binnenland

Afpersingszaak IKEA eind juli voor rechter

De zaak tegen de twee Poolse mannen die worden verdacht van het afpersen van meubelconcern IKEA, zal op 29 juli door de rechtbank in Amsterdam worden behandeld. Dat heeft een woordvoerder van het Openbaar Ministerie in Amsterdam donderdag bevestigd.

ANP
6 May 2004 16:14Gewijzigd op 14 November 2020 01:12

Meubelgigant IKEA ontving eind 2002 een dreigbrief, waarin stond dat in de vestigingen in Amsterdam en Sliedrecht explosieven waren geplaatst. De afpersers eisten een kwart miljoen euro. In beide vestigingen werden inderdaad explosieven gevonden. Twee bomexperts raakten gewond toen zij het explosief in Sliedrecht op een politiebureau probeerden onschadelijk te maken. Alle tien IKEA–vestigingen in Nederland werden tijdelijk gesloten en onderzocht op de aanwezigheid van bommen.

De affaire zorgde voor landelijke commotie, ook al omdat er direct geruchten de ronde deden dat er sprake was van een terroristische actie. Justitie drukte die geruchten met enige moeite de kop in. In januari werden de twee verdachten, J.S. (Szymanski) en W.S. (Szankowksi), in Portugal aangehouden. Het tweetal heeft er tot nu toe overwegend het zwijgen toe gedaan.

Wel hebben zij verklaard dat zij wisten van betrokkenheid van twee Russische mannen. Het Openbaar Ministerie (OM) hecht weinig tot geen geloof aan het verhaal. Het OM beschikt vooral over technisch bewijs in de zaak, waaronder sporen van explosieven die zijn gevonden in de woning waar een van de verdachten destijds verbleef. Volgens R. Lonterman, advocaat van W.S., zijn er wel degelijk aanwijzingen dat de verhalen over de Russen geen verzinsels zijn.

In november vorig jaar vond de rechtbank al dat het onderzoek tegen de twee verdachten „onwenselijk lang" duurt. Ook het OM toonde zich daar niet gelukkig mee. Het is mogelijk dat de lange duur ten voordele van de verdachten wordt meegewogen in de strafoplegging, als de rechtbank tot een bewezenverklaring komt. De oorzaak van de vertraging ligt overwegend in de overbelasting van de rechter–commissaris in Amsterdam.

In de IKEA–zaak moesten, onder leiding van de rechter–commissaris, getuigen in het buitenland worden gehoord. In Polen zijn vier familieleden als getuige gehoord. Volgens Lonterman is uit die verhoren weinig tastbaars gekomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer