Ontmoeting laat dak- en thuisloze in Harderwijk bijdragen aan samenleving
Alleen een kop koffie drinken en een praatje maken is er niet meer bij. Stichting Ontmoeting zet in haar Harderwijkse dienstencentrum voortaan volop in op activering van dak- en thuislozen.
Aan een tafel in de inloop van Ontmoeting in Harderwijk eten Fred (53) en Betsie (68) een tosti met ketchup. Het is dinsdagochtend negen uur en de ruimte is gevuld met zo’n vijftien bezoekers. Zes personen vertrekken om halftien. Ze gaan aan de slag in een tuinproject. Een man die in de nachtopvang heeft geslapen, pakt intussen een keu om met een vrijwilliger een potje te poolen.
Fred en Betsie zijn vaste bezoekers van de inloop, vanaf de opening in 2008. „We komen er bijna elke dag”, zegt Fred. Het stel was jaren geleden dakloos, „toen Ontmoeting hier nog niet was.” Ze sliepen vijf jaar in een tentje en zwierven overdag over straat. Inmiddels hebben ze woonruimte. Het bezoek aan de inloop is een vast onderdeel van hun dagbesteding.
Ooit werkte Fred in een drukkerij. „Ik kwam in de Ziektewet en ben er nooit meer uit gekomen. Nu heb ik een WAO-uitkering.” Bij Ontmoeting helpt hij soms in de keuken en hij doet inkopen. „Vandaag haal ik de boodschappen voor de soep van morgen.” Ook Betsie steekt de handen uit de mouwen. „Net wat er te doen is.” „Vaak schroefjes in zakjes doen”, vult Fred aan.
Het tweetal weet dat Ontmoeting stopt met de inloopfunctie en zich meer op activering gaat richten. Ze zijn echter niet van plan voortaan in de Oude Synagoge koffie te gaan drinken, het alternatief dat Ontmoeting biedt. Fred wil er niet te veel woorden aan vuil maken, maar vindt het inloophuis in de binnenstad „geen ideale oplossing. Het is er heel krap. Ze hebben daar hun eigen bezoekers. Ik denk dat die niet blij zijn als er allemaal mensen van hier bij komen.”
Predikant
Jeroen (50) raakte dakloos nadat hij problemen kreeg in een ggz-instelling. „Ik was helemaal doorgedraaid.” Sinds vorig jaar heeft de ex-dakloze, die een vorm van autisme heeft, een plek voor begeleid wonen in Harderwijk. „Nu kom ik bijna dagelijks hier. Maar ik blijf niet de hele dag, omdat ik ook een eigen plekje heb.”
Eens in de twee weken bezoekt hij bij Ontmoeting een gespreksgroep met een predikant. „Daar ben ik graag bij. Ik kan hem alles vragen. Afgelopen weekend heb ik de Romeinenbrief gelezen, maar ik kan die niet helemaal bevatten. Dan vraag ik de dominee ernaar”, zegt Jeroen, die rooms-katholiek is.
Drie keer per week houdt hij als vrijwilliger de omgeving van het NS-station in Harderwijk schoon. Ook kookt hij eens in de vijf weken bij Ontmoeting. De Oude Synagoge bezoekt hij eveneens regelmatig. „Maar ik vraag me af of het een geschikte plek is voor iedereen. Ontmoeting ligt wat afgelegen. In de binnenstad krijg je eerder problemen met de buurt als er overlast is.”
Tuintje oude vrouw
Dat veel bezoekers niet staan te springen om naar een andere plek te gaan, begrijpt Roel van den Dool. „Een verandering is voor veel mensen lastig”, zegt de locatiemanager van Ontmoeting. In het inloophuis in de binnenstad van Harderwijk schuift hij aan tafel bij Gerrit de Haan. Die werkt twee dagen in de Oude Synagoge en is daarnaast woon-werkbegeleider bij Ontmoeting in Epe.
Van den Dool legt uit dat de sterkere inzet van Ontmoeting op activering past in de hedendaagse participatiesamenleving. „Je wordt er niet heel gelukkig van als je alleen maar koffie zit te drinken. Wanneer je meedoet in de maatschappij, door bijvoorbeeld een tuintje van een oude vrouw te onderhouden, beteken je iets voor een ander en krijg je waardering.”
In samenwerking met onder meer een woningcorporatie wil Van den Dool dit soort activiteiten uitbreiden, al beseft hij dat de mogelijkheden van sommige mensen beperkt zijn. „De groep die wij activeren kampt met diverse (psychiatrische) problematiek en/of verslaving. Het is een grote uitdaging om deze mensen in beweging te krijgen.”
Doordat de huur van het huidige pand dit jaar afloopt, moet Ontmoeting omzien naar een andere locatie. De organisatie streeft ernaar die te combineren met een kringloopwinkel, in samenwerking met stichting Woord en Daad. Deze winkel moet dak- en thuislozen de mogelijkheid voor activering bieden.
Zowel Van den Dool als De Haan zegt dat het werk van hun organisaties overlap heeft. Sommige mensen uit de doelgroep van Ontmoeting komen ook nu al naar de Oude Synagoge. „De eerste die hier vanochtend op de stoep stond was een man die vannacht buiten had geslapen”, zegt De Haan.
Vrijwilligers
Het christelijke inloophuis ging dertien jaar geleden van start en draait vrijwel volledig op vrijwilligers. „We hebben een soort huiskamerfunctie. Mensen komen hier voor koffie, thee en een broodje, maar ook voor warmte en gezelligheid”, zegt De Haan.
De voormalige missionair werker voorziet geen problemen als er meer dak- en thuislozen over de vloer komen. „Op vrijdag bieden we een warme maaltijd aan. Daar komen ook mensen uit de doelgroep van Ontmoeting. Eerst zaten ze apart aan een tafeltje, maar ze gaan steeds meer tussen de andere bezoekers zitten.”
Zowel Ontmoeting als de Oude Synagoge werkt vanuit een christelijke basis. De Haan: „We putten uit de liefde van Jezus Christus. Die willen we graag met bezoekers delen, maar wie daar geen belangstelling voor heeft mag zich niet buitengesloten voelen. Iedereen is welkom.”
„Inloophuis Harderwijk voor iedereen”
HARDERWIJK. Stichting Ontmoeting en de Oude Synagoge in Harderwijk slaan de handen ineen. Dak- en thuislozen die eerder de inloop van Ontmoeting bezochten, zijn vanaf vandaag welkom in het christelijke inloophuis in de binnenstad van Harderwijk. Ontmoeting zal zich op haar eigen locatie hoofdzakelijk richten op activering.
De samenwerking werd gistermiddag gemarkeerd in het inloophuis dat is gevestigd in een voormalige synagoge, in aanwezigheid van wethouder Van Noort (Welzijn). Twee medewerkers van Ontmoeting hebben er een werkplek gekregen, waar ze gesprekken met cliënten kunnen voeren.
In het inloophuis, dat zeven dagen per week is geopend, werken vooral vrijwilligers. Ontmoeting biedt hun waar nodig ondersteuning. Wethouder Van Noort juicht de samenwerking tussen de twee organisaties toe. „Beide richten zich op kwetsbare mensen. Dan kan één plus één zomaar drie worden.”