„Waar zijn we mee bezig?”
„Ik heb ons eigen land gewoon lief. Hier liggen mijn wortels. Hier is mijn stekje, m’n eigen bedoeninkje.” Rianne Lagerwerf-van Moolenbroek (33) uit Amersfoort houdt van Nederland. „Als ik in het buitenland andere Nederlanders tegenkom, voel ik dat ze bij mij horen.”
Een belangrijk nadeel van een verblijf in een ander land vindt Lagerwerf, lid van de Gereformeerde Gemeenten, „dat je er niet fatsoenlijk naar de kerk kunt. Dat merkten we afgelopen zomer. Terwijl één keer per zondag naar de kerk voor ons toch echt het minimum is.”
De Amersfoortse kostersvrouw groeide op in Middelburg. Het Zeeuwse blijft haar trekken, niet het minst vanwege de zee. „De rust die daarvan uitgaat! Het strand, die majestueuze wolken erboven. Vaak moet ik eraan denken dat de Heere Jezus eenmaal op zulke wolken zal terugkomen.”
Op andere plaatsen in Nederland komt Lagerwerf, moeder van vijf kinderen, eveneens graag. „De Veluwe heeft ook iets. Maar als we op vakantie zijn, verlang ik toch altijd het meest naar ons eigen huis, naar Amersfoort.”
Hoewel de Amersfoortse kostersvrouw veel van haar vaderland houdt, is ze het vaak niet eens met wat er gebeurt. „Neem alleen al het koningshuis. Daar gaat niets meer van uit. Ook de regering houdt totaal geen rekening meer met Gods geboden. Dat vind ik erg.”
In vroeger tijden was dat anders, denkt ze. „Nederland was toen veel christelijker. Mensen waren ook afhankelijker van de Heere. Wij hebben bijna alles. Welvaart is een groot goed, maar brengt ook gevaren met zich mee. Vroeger waren de mensen veel nauwer verbonden aan de Heere. Je hoort dat tegenwoordig bijna niet meer.”
Waar Lagerwerf zich als Nederlandse het meest voor schaamt, zijn de soms weinig verhullende reclameborden op straat. „Je ziet de opgroeiende generatie ernaar kijken, lachend. Dan denk ik: Waar zijn we mee bezig?”
De suggestie om de vlag op nationale feestdagen voortaan maar te strijken, zoals onlangs in deze krant werd gedaan, wil de Amersfoortse niet overnemen. „Je bereikt er toch niets mee. Je kunt beter proberen te strijden. Je eigen mening ertegenover zetten. Zoals dat bijvoorbeeld door de christelijke kamerfracties wordt gedaan.”
Uit nood
Chauvinisme en het neerkijken op buitenlanders gaan vaak samen. Zo niet bij Lagerwerf. Mensen die uit nood naar Nederland komen, dienen volgens haar een hartelijke ontvangst te krijgen. „Maar buitenlanders die hierheen komen omdat er hier beter voor hen wordt gezorgd, mogen van mij zo veel mogelijk worden teruggestuurd.”
Met enige regelmaat laat de kostersvrouw zich informeren over het Koninklijk Huis. „Zo nu en dan koop ik het blad Vorsten. Ook de verslagen van de bezoeken van Máxima en Willem-Alexander vind ik leuk om te lezen.”
Verder doet Máxima haar niet zo veel. „Ze is net zo’n mens als wij. Pas was ze hier in Amersfoort. Ik kon daar niet bij zijn, al had ik dat wel leuk gevonden. Ze heeft iets spontaans. Ik ga niet alles op alles zetten om een glimp van haar op te vangen.”
Lagerwerf vindt het „jammer” dat Máxima waarschijnlijk rooms-katholiek blijft. „Maar dat hou je toch niet tegen.”
Dit is het derde artikel in een serie van zes over Nederlanders, chauvinisme en vaderlandsliefde.