Bij onderkoeling daalt de kerntemperatuur te ver
Onderkoeling of hypothermie ontstaat wanneer het normale verdedigingsmechanisme van het lichaam tegen koude ontregeld raakt. Op zich is koud worden niet zo erg. Belangrijk is dat de kerntemperatuur, de temperatuur rond hart, hersenen en longen, rond de 37 graden blijft. Daalt deze onder de 34 graden Celsius dan kan het lichaam dit niet meer zonder hulp van buitenaf herstellen en komt het in de gevarenzone.
Onderkoeling gaat gepaard met allerlei verschijnselen die in verschillende fases uiteindelijk leiden tot de dood. Een slachtoffer gaat bij een lichaamstemperatuur die ligt tussen de 36 en 34 graden eerst rillen. Het is een natuurlijke reactie om warmte te produceren.
Daalt de temperatuur nog verder dan treden verschijnselen op als verwardheid, geheugenstoornis, spierstijfheid, verlamming en bewustzijnsverlies. In latere stadia, wanneer de lichaamstemperatuur onder de 25 graden uitkomt, doen zich hartritmestoornissen voor. Bij 17 graden stopt de werking van de hersenen.
Wanneer de dood intreedt, is mede afhankelijk van de algemene gezondheidssituatie van het slachtoffer en zijn leeftijd, maar ook omgevingsfactoren als wind en luchtvochtigheid spelen een rol. Wanneer iemand nat is, treedt sneller onderkoeling op.
Onderkoelde mensen die op tijd worden gered, moeten geleidelijk worden opgewarmd. Dat gebeurt eerst met dekens. Is iemand nog bij bewustwijn dan kan een warme drank helpen. Alcohol is uit den boze omdat dit leidt tot versnelde afkoeling. Een te snelle opwarming is ook niet goed en veroorzaakt veel pijn. Een halve tot een graad per uur is gangbaar.