Inspectie uit kritiek op huisartsenpost
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is kritisch over het kwaliteitsbeleid van huisartsenposten. Vooral de bereikbaarheid van de posten laat te wensen over. Zo zouden veel huisartsen bij een spoedaanvraag niet in staat zijn binnen de vereiste termijn van een kwartier bij de patiënt te zijn.
Het IGZ nam zelf twee jaar terug het initiatief voor het onderzoek, aldus woordvoerder Fransien van ter Beek. Ze ontkent dat het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van recente sterfgevallen die mogelijkerwijs werden veroorzaakt doordat de arts niet tijdig ter plaatse was. „Dergelijke meldingen trekt de inspectie wel na, maar die staan los van dit onderzoek. Dit richtte zich uitsluitend op de organisatie van de posten.” Bijna alle huisartsenposten (ongeveer 100 van de 105) werden bij het onderzoek betrokken.
Van ter Beek erkent dat de ophef die van tijd tot tijd in de media is ontstaan over mogelijke misstanden bij de huisartsenposten een rol heeft gespeeld bij het onderzoek. Over de vraag of de uitkomsten van het onderzoek die ophef wegnemen dan wel versterken, wil Van ter Beek zich niet uitlaten.
Wel ziet de IGZ volgens Van ter Beek in het rapport voldoende aanleiding de 51 huisartsendienstenstructuren -de rechtspersonen die voor de posten verantwoordelijk zijn- op te roepen werk te maken van het kwaliteitsbeleid.
Bij een huisartsenpost kunnen burgers sinds enkele jaren buiten kantooruren terecht voor dringende medische hulp. De posten zijn opgericht na klachten over burn-out en overbelasting door artsen. Deze ontstonden vooral door de vele nacht- en weekenddiensten die artsen voorheen moesten draaien. Doordat regionale artsen nu beurtelings enkele malen per jaar alle patiënten uit een regio ’s nachts voor hun rekening nemen, is het aantal nachtdiensten fors verminderd. Gevolg is wel dat een arts ’s nachts verantwoordelijk kan zijn voor enkele duizenden patiënten. Koploper qua aantal patiënten is de post Den Haag, die 670.000 patiënten telt.
Volgens de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) is het nu de hoogste tijd dat minister Hoogervorst de huisartsenposten dwingende kwaliteitseisen oplegt. De koepelorganisatie van huisartsenposten, onderdeel van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), benadrukt dat uit het onderzoek niet kan worden afgeleid dat de zorg door de posten niet goed zou zijn. Toen de posten werden opgezet, bestond er volgens de belangenvereniging van huisartsen nog veel onduidelijkheid over de eisen wat onder meer het aantal patiënten per huisarts en de telefonische bereikbaarheid betreft.
De vereniging zegt verder dat de inspectie er ten onrechte van uitgaat dat de zorg binnen een kwartier gegeven moet kunnen worden. Huisartsenposten hanteren als norm dat patiënten hen binnen dertig minuten moeten kunnen bereiken. Inmiddels is ook het aantal posten uitgebreid, van 105 tijdens het inspectie-onderzoek naar meer dan 125.
Het IGZ ziet een verbeterde regionale spreiding van de posten als belangrijkste remedie tegen de slechte bereikbaarheid.