Maas-Waalkanaal tegen weekend weer bevaarbaar
Rijkswaterstaat denkt dat de waterstand in het Maas-Waalkanaal bij Nijmegen tegen het weekeinde zover is gestegen dat er weer beperkt scheepvaartverkeer mogelijk is. Sinds maandagavond zorgen noodpompen op de oude sluis bij het Gelderse Heumen voor de aanvoer van Maaswater naar het kanaal. Het waterpeil was daardoor dinsdagmorgen al iets verhoogd, aldus een woordvoerster van de dienst.
Het water in het Maas-Waalkanaal, de verbinding tussen Maas en Waal, zakte door de aanvaring met de stuw bij Grave vorige week donderdag. Sinds vrijdag is het kanaal daarom gesloten voor scheepvaartverkeer. Dat zorgt voor veel schade, omdat bedrijven aan het kanaal niet bevoorraad kunnen worden en omdat de binnenvaart een grote omweg moet nemen. Bovendien hangen de woonboten in het kanaal scheef en zijn jachthavens drooggevallen.
Rijkswaterstaat heeft de twee noodpompen bij Heumen geleend van het ministerie van Infrastructuur. Het ministerie beschikt sinds de watersnoodramp van 1953 over twintig noodpompen, die nationaal en internationaal inzetbaar zijn. In 2005 zijn er bijvoorbeeld pompen uitgeleend aan New Orleans na de orkaan Katrina en in 2010 gingen pompen naar Polen na een dijkdoorbraak. In Nederland zijn de pompen de laatste keer gebruikt in 2014 toen het dorp Kockengen onder water liep door hevige regen.
Het is nog niet bekend hoeveel schade de aangevaren stuw bij Grave heeft opgelopen en hoe lang het gaat duren om de schade te herstellen. Wel is volgens de woordvoerster vastgesteld dat een noodreparatie onmogelijk is.