Het hof oordeelde dat het openbaar ministerie de gestelde nalatigheden onvoldoende kon aantonen en dat die niet zo ernstig zijn om ontslag als bestuurder te rechtvaardigen. Taxicentrale Amsterdam (TCA) maakte de uitspraak van het hof van eind april woensdag bekend.

Eind 2002 moest Janmaat van de rechtbank het veld ruimen, omdat hij zijn functie als bestuurder van de SAK gebruikt zou hebben om zijn schoonzoon voor te trekken bij de toewijzing van nieuwe certificaten aan beginnende taxiondernemers. De SAK houdt toezicht op het bestuur van de TCA en beheert de certificaten van het taxibedrijf. Als bestuurder van de SAK besliste Janmaat mee over de criteria voor toewijzing van nieuwe certificaten.

Het hof oordeelde ook dat Janmaat het bestuurslidmaatschap van de SAK in de toekomst mag combineren met andere werkzaamheden ten behoeve van TCA. Janmaat combineerde zijn functie van bestuurder bij het administratiekantoor eerst met die van bestuurder bij de TCA. In april 2002 kreeg Janmaat van de handelskamer van de rechtbank te horen dat dit niet kon. Hij kreeg een halfjaar de tijd zijn werkzaamheden voor de taxicentrale te staken.

Volgens het hof is bij veel andere bedrijven geen sprake van een waterdicht schot tussen het administratiekantoor en de vennootschap en hoeft dat dan ook niet van de TCA geëist te worden.

Tegen Janmaat, TCA-directeur D. Grijpink en zijn collega G. van Gelderen loopt ook al bijna drie jaar een strafrechtelijk onderzoek. Justitie verdenkt het drietal onder meer van lidmaatschap van een criminele organisatie, het aanzetten tot geweld, oplichting en het ontduiken van belastingen. Het kan nog maanden duren voordat dit onderzoek is afgerond.