Economie

Ethiopië, economische tijger of brandhaard

Na het uitroepen van de noodtoestand begin oktober lijkt de rust in Ethiopië weergekeerd. Bij Nederlandse bedrijven en organisaties is het Afrikaanse land populair. „Ethiopië is een trots land dat graag zelf problemen oplost.”

Gerhard Wilts

28 December 2016 14:54Gewijzigd op 16 November 2020 09:27

Onder de vernislaag van economische groei broeit het in Ethiopië, waarschuwen pessimisten. De twee grootste etnische groepen, de Oromo’s en de Amhara’s, voelen zich politiek en economisch achtergesteld door de Tigray’s. Deze bevolkingsgroep, die slechts 6 procent van de ruim 100 miljoen Ethiopiërs uitmaakt, heeft de touwtjes in handen en regeert met harde hand.

Optimisten zeggen daarentegen dat Ethiopië niet langs de westerse meetlat van democratie gelegd moet worden. Het Afrikaanse land is van oudsher een etnische smeltkroes, veelkleurig en verdeeld, maar staat toch te boek als een baken van rust. In de afgelopen decennia ontworstelde het land zich met succes aan het imago van hongerland.

Etnische spanningen kwamen dit jaar naar buiten door onlusten en protest van oppositiegroepen. Opstandelingen belaagden in september buitenlandse bedrijven, waaronder zeker zes Nederlandse. In december vorig jaar waren twee andere bedrijven uit Nederland doelwit van activisten; zij beschouwen buitenlandse ondernemingen als een verlengstuk van het onderdrukkend regime van het Ethiopische Volksfront. De autoriteiten riepen op 8 oktober de noodtoestand uit en herstelden de rust.

Naast de ruim 125 Nederlandse bedrijven die in Ethiopië actief zijn –vooral tuinbouwbedrijven– zijn ook Nederlandse hulporganisaties in dit deel van Afrika actief. Voelen zij zich bedreigd door de politieke onrust? Geven de westerse media een realistisch beeld van de situatie in Ethiopië? En op welke manieren willen zij bijdragen aan de ontwikkeling van de Hoorn van Afrika? Een overzicht.

Diplomatie

De Nederlandse ambassade in Addis Abeba vormde na oktober een crisisteam om getroffen ondernemers te helpen. De Ethiopische overheid staat volgens Niek Bosmans, lid van het crisisteam, welwillend tegenover buitenlandse bedrijven. „Ze is toeschietelijk, bijvoorbeeld op fiscaal gebied en over gronduitgifte”, zei Bosmans in een bericht van het ministerie van Economische Zaken.

Dat maakt een doorstart mogelijk voor de getroffen bedrijven, die met een miljoenenschade te kampen hebben.

Internationaal staat Ethiopië te boek als ”Afrikaanse tijger”, maar het ondernemingsklimaat is volgens het World Economic Forum slecht. Vooral corruptie is een zwak punt. De Nederlandse invoer van goederen uit Ethiopië had volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek een waarde van meer dan 242 miljoen euro, een verdrievoudiging sinds 2008. Ook voert ons land meer uit naar Ethiopië: vorig jaar ter waarde van 83 miljoen euro, tegen bijna 36 miljoen acht jaar geleden.

Nederland staat op de derde plaats als belangrijkste exportmarkt voor Ethiopië: na Somalië en Koeweit, maar voor China, Saudi-Arabië, Duitsland en de Verenigde Staten.

Onderzoek

Al ruim tien jaar groeit de Ethiopische economie met gemiddeld 10 procent. Maar die florissante groeicijfers vertekenen het beeld van de werkelijkheid, meent Birhanu Megersa Lenjiso, een Ethiopische wetenschapper die in juni promoveerde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. „Het sprookje van de ”Ethiopian Rising” is een van de belangrijkste middelen voor de regering om haar dictatuur wereldwijd acceptabel te maken. Maar de economische groei verbetert niet het leven van de gewone Ethiopiër.”

Veel buitenlandse investeerders hebben volgens Lenjiso geen idee hoe de toewijzing van grond voor hun vestiging verloopt. De lokale bevolking voelt zich vaak beroofd van land, maar heeft geen politieke invloed om het tij te keren. Onderhuids groeien de woede en de onvrede, waarschuwt hij. „De buitenlandse bedrijven zijn niet het probleem”, legt hij uit. „De Oromo’s houden net zo veel van hun land als van hun eigen lijf. Land is voor hen een culturele erfenis, een herinnering aan voorouders, een rituele plek. Pak je hun land af, dan beroof je hen van hun mens-zijn. Die innige band wordt in Ethiopië volledig genegeerd.”

Lenjiso meent dat Nederlandse diplomaten zich door de machthebbers op het verkeerde been laten zetten. „De ambassade volgt in verklaringen gewoon de lijn van Addis Abeba, wat een potentiële dreiging kan zijn voor Nederlandse ondernemers. De Nederlandse media hebben een paar voorvallen gemeld, maar het publiek heeft er nauwelijks weet van hoe ernstig de situatie is. Daarom moeten Nederlandse investeerders vooral en allereerst zich ervan vergewissen waarbij zij betrokken kunnen raken. Op dit moment worden zij over Ethiopiës ontwikkeling op grote schaal voor het lapje gehouden.”

Sociaal ondernemen

De politieke onrust heeft gevolgen voor hulpprojecten, maar de impact lijkt beperkt. Een goed voorbeeld daarvan is het gezamenlijke initiatief van de christelijke hulporganisatie World Vision, melkpoederproducent Vreugdenhil Dairy Foods en Made Blue. Onder de slogan ”een liter voor een liter” compenseert Vreugdenhil Dairy Foods het water dat wordt onttrokken aan de melk bij het produceren van melkpoeder. Dezelfde hoeveelheid schoon drinkwater stelt het bedrijf beschikbaar in het World Vision-project in Dembia, Ethiopië. Dit initiatief van Made Blue heeft al meer dan 600 miljoen liter water opgeleverd, voldoende om 80.000 mensen een jaar lang van water te voorzien. Wereldwijd kampen 780 miljoen mensen met chronisch watertekort en sterven jaarlijks 3,5 miljoen mensen door gebrek aan schoon water. Ook Ethiopië kampt met droogte en tekort aan drinkwater.

Dankzij de unieke samenwerking met Vreugdenhil Dairy Foods en Made Blue, sloeg World Vision dit voorjaar een 140 meter diepe waterput met vijf tappunten. „De put staat op het platteland, ver weg van onrustige regio’s. De pomp bleef operationeel, want mensen gebruiken nu eenmaal water”, licht woordvoerder Ronnie Hahné van World Vision toe. „Het bredere programma heeft tijdelijk stilgelegen, omdat bij rellen overheidsgebouwen in brand zijn gestoken. Daarbij is ook een kantoor van World Vision in de as gelegd, hoewel dat waarschijnlijk geen doelwit is geweest van de amokmakers.”

Na de onlusten kwam het programma weer langzaam op gang. Hahné: „De infrastructuur is weer klaar. De verstoring in Ethiopië was vervelend en triest, maar staat in geen verhouding tot die van andere brandhaarden in de wereld.”

Hulpverlening

Ethiopië heeft nieuwe wetten opgesteld die hulpverlening van internationale organisaties aan banden leggen. De maatregelen zijn een reactie op de buitenlandse bemoeienis met schendingen van de mensenrechten in Ethiopië. Desondanks blijft er voldoende ruimte om invloed uit te oefenen, meent Reinier van Hoffen, die jarenlang als hulpverlener voor ZOA in Ethiopië werkzaam was. „Buitenlandse hulp bij verbetering van de infrastructuur of de aanleg van waterpompen, blijft welkom. Lokaal kan er ook veel bereikt worden, als de plaatselijke notabelen (burgemeester, voorganger in kerk) nauw betrokken worden bij plannenmakerij.”

Voor niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) is een belangrijke rol als adviseur en bemiddelaar weggelegd, meent hij. „Ethiopië is een lappendeken van volkeren. De buurlanden beschouwen het land als een kolonisator van Afrika. Werkelijk begrip van elkaars geschiedenis en achtergrond is dringend nodig, wil het tot loyale samenwerking komen. Ondernemers gaan in Ethiopië graag zelfstandig aan de slag, vaak met de beste bedoelingen, om het land op te bouwen met sociaal ondernemerschap. Zij moeten de adviesrol van hulporganisaties niet overslaan, omdat die vaak weten waar gevoeligheden liggen, zoals over grondeigendom.” Naar Van Hoffens indruk staat de Ethiopische overheid open voor kritiek. „Natuurlijk is de machtsbasis van Addis Abeba naar democratische maatstaven lastig. Maar Ethiopië ligt niet in Europa. Het land moet zelf een oplossing vinden, werken aan een gemeenschappelijke identiteit, zodat burgers elkaar echt leren kennen.”

Kennis en onderwijs

Ton Veen, docent aan de Christelijke Hogeschool in Ede, werkte afgelopen najaar een aantal weken aan de afdeling journalistiek en communicatie van de universiteit van Addis Abeba (AAU). In de hoofdstad merkte hij niets van de onrust in het land, al proefde hij wel angst dat de onlusten naar Addis Abeba zouden kunnen overslaan. „Duizenden docenten uitten eind september hun ongenoegen over de onveilige situatie op grote bijeenkomsten op de universiteiten. Zij eisten verandering, een boodschap die de vernieuwde regering een maand later oppakte door de benoeming van een Oromo als minister van Informatie”, zegt Veen. „Ook de president erkende in een toespraak dat er te weinig wordt geluisterd naar jongeren en dat het kiesstelsel onvoldoende ruimte biedt voor minderheden.’

Van persbreidel merkt de CHE-docent niet veel. „De berichtgeving in de Engelstalige media van Ethiopië is verbazingwekkend goed. Hoewel de westerse media de indruk geven dat er geen persvrijheid is, viel het me vanaf de eerste dag hier op hoe openhartig de berichtgeving was.” Wel was het voor hem een vreemde ervaring dat sociale media door de overheid regelmatig worden geblokkeerd. „Soms werd dat gedaan om jongeren ertoe aan te zetten zich te concentreren op hun studie. Vaak kon ik aan het functioneren van internet aflezen of er ergens onlusten waren in het land.”

Doelwit van de demonstranten zijn naar zijn indruk bedrijven die vooral gaan voor profijt op de korte termijn en nauwelijks oog hebben voor het belang van de werknemers. Niet alleen de salarissen van veel arbeiders zijn laag, ook de arbeidsomstandigheden schieten tekort, bijvoorbeeld doordat er geen bescherming geboden wordt bij gebruik van pesticiden in bloemenkwekerijen. Buitenlandse ondernemers profiteren van gunstige voorwaarden, waardoor ze goedkoop grond kunnen leasen en zijn vrijgesteld van belasting, maar sluizen hun winsten door naar het buitenland.

„Ten onrechte kijkt het Westen naar Ethiopië als een gewoon Afrikaanse land waar corruptie, armoede en persbreidel heerst. De werkelijkheid is anders”, zegt Veen. „Ethiopië is een trots land dat graag zelf problemen oplost, zoals al gebeurt rond de zorg voor gehandicapten. Het is een potentieel rijk land, met een rijke historische en religieuze achtergrond. Geef de Ethiopiërs zeggenschap over hun eigen ontwikkeling, waarbij onze hulp vooral samenwerking moet zijn.”


Volken en geloven

Ethiopië telt 102 miljoen inwoners. De grootste etnische groepen zijn de Oromo’s (ruim 35 miljoen) en de Amhara’s (28 miljoen), maar de circa 7 miljoen Tigray’s hebben de macht in handen. Bijna de helft van de Ethiopiërs (44 procent) noemt zich Ethiopisch-orthodox christen en 19 procent is protestants. De islam is met 34 procent de tweede godsdienst van het land. Het aantal rooms-katholieke Ethiopiërs is minder dan 1 miljoen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer