Ook spreekrecht voor stieffamilie in strafzaak
Ook stieffamilie van slachtoffers krijgt het recht om te spreken tijdens een strafzaak, schrijft minister Ard van der Steur zaterdag aan de Tweede Kamer. De minister vindt dat de definitie van de kring van gerechtigden voor het spreekrecht van nabestaanden nu te beperkt is. Dat doet volgens hem geen recht aan de samenstelling van hedendaagse gezinnen.
Aanleiding voor de aanpassing is onder meer de zaak Nicole van den Hurk die in 1995 werd vermoord. Tijdens de rechtszaak daarover bepaalde de rechter dat de stiefmoeder niet mocht spreken, omdat zij juridisch gezien geen nabestaande is. De Tweede Kamer riep daarna op tot uitbreiding van het spreekrecht voor stieffamilie.
„Wie wij als familie of dierbare beschouwen en wat zij precies voor ons betekenen, wordt niet alleen door bloedverwantschap bepaald. Aan dat gevoel wil ik uitdrukking geven”, zegt Van der Steur. Hij stelt dat in de maatschappij steeds meer sprake is van samengestelde gezinnen, waarbij de gezinsband niet door bloedverwantschap wordt bepaald.
Advocaat Richard Korver van de nabestaanden van Nicole van den Hurk had bij de minster aangedrongen op de wetswijziging. Korver reageerde zaterdag opgetogen. „Het is in het huidige tijdsgewricht niet uit te leggen dat je niks mag zeggen in een strafzaak als je jarenlang voor een kind hebt gezorgd.”
Korver hoopt dat Van der Steur zijn wetsvoorstel meteen goed aanpakt en ook rekening houdt met pleeg- en adoptieouders.