Die boodschap voegt het OM maandag toe aan de aankondiging in hoger beroep te gaan tegen de gedeeltelijke veroordeling van een Utrechtse liquidatiebende. Die groep van acht mannen werd twee weken geleden weliswaar tot gevangenisstraffen van drie tot acht jaar veroordeeld, maar werd vrijgesproken van het voorbereiden van concrete liquidaties.

Volgens de politie en het OM worden zij geconfronteerd met een steeds terugkerend dilemma bij het verijdelen van liquidaties, namelijk het moment waarop moet worden ingegrepen om een moordpoging te verhinderen.

Persofficier van justitie Jirko Patist: „Je wilt niet te laat ingrijpen, want dan worden er mensen doodgeschoten. Maar je wilt ook niet te vroeg ingrijpen, omdat je nog niet weet wat er aan de hand is.” Het OM vindt dat vroegtijdig kan en moet worden ingegrepen en dat strafrechtelijke vervolging voor die voorbereidingen in de wet nader moeten worden bepaald.

Het OM noemt de bende „een uitzendbureau voor liquidaties in de onderwereld” en betreurt het dat de daders niet zijn bestraft zijn voor de nog niet uitgevoerde moordpogingen. De rechtbank sprak de bende op dat punt vrij omdat niet duidelijk is geworden wie de bende op het oog hadden en waarom zij het mikpunt waren.

Daarom zijn de straffen ook lager uitgevallen. Tegen de bendeleden waren wegens de voorbereidingen straffen van veertien tot zeventien jaar cel geëist.

De organisatie werd in de zomer van 2015 opgerold. Een onderzoek naar autodiefstal in Rotterdam leidde tot de vondst van een enorm illegaal wapendepot in Nieuwegein. Daar werden onder meer kalasjnikovs, handgranaten, geluiddempers, circa 4700 patronen en bijna driehonderd kogels gevonden die pantsers konden doorboren. Ook werden zo’n honderd vuurwapens aangetroffen.