Volgens het hof is weliswaar sprake van een poging tot doodslag, maar handelde de agent uit noodweer. Hij wordt daarom ontslagen van rechtsvervolging. De agent had volgens het hof, nadat hij had geprobeerd de auto op andere manieren te stoppen, geen andere reële mogelijkheid dan zijn dienstwapen te gebruiken.

Met deze uitspraak wordt afstand genomen van een eerder vonnis van de rechtbank Limburg, die de politieman tot twee jaar gevangenisstraf veroordeelde. Zowel het OM als de politieman was in hoger beroep gegaan bij het hof.

Het incident gebeurde op 22 augustus 2013, toen de agent samen met vijf collega’s de verdachte van een ramkraak wilde aanhouden op een parkeerplaats bij een coffeeshop in Heerlen. De bestuurder werd destijds gezocht voor een ramkraak in Simpelveld, die een dag eerder was gepleegd.

Het was een hectische en gevaarlijke situatie waarin de gebeurtenissen zich in een beperkte ruimte en binnen een heel korte tijd afspeelden, aldus de uitspraak. De verdachte negeerde bevelen om te stoppen en trok hard op. Uit beelden van bewakingscamera’s concludeert het hof dat er op het moment dat de agent schoot een onmiddellijke dreiging was voor een van zijn collega’s. Die stond in de rijrichting van de optrekkende auto. Collega’s bevestigen deze dreigende situatie.

De agent heeft op verschillende manieren geprobeerd de auto te stoppen. Toen dat niet lukte, schoot hij gericht op de romp van de bestuurder, maar raakte daarbij de bijrijder in zijn borst. Die raakte zwaargewond, maar overleefde de schietpartij.