Celstraffen geëist in Valkenburgse zedenzaak
Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag in hoger beroep opnieuw voorwaardelijke en onvoorwaardelijke gevangenisstraffen geëist in de geruchtmakende Valkenburgse zedenzaak. Op de tweede zittingsdag bij het gerechtshof in Den Bosch stonden tien mannen terecht.
De tien verdachten waren klanten van het zestienjarige meisje Kimberly. De Heerlense tiener werd in 2014 gedwongen mannen te ontvangen in een hotelkamer in Valkenburg om seks met ze te hebben. De man die haar hiertoe dwong was de pooier Armin A, die hiervoor twee jaar cel kreeg.
De rechtbank veroordeelde de klanten vorig jaar na vergelijkbare strafeisen vooral tot taakstraffen. Het OM ging hiertegen in beroep.
Een van de zwaardere eisen was dinsdag voor een man die werkzaam was als jeugdwerker. In die functie had hij te maken met meisjes die slachtoffer waren van loverboys. Daarnaast kende hij via zijn werk Armin A. Het OM wil dat de man twaalf maanden de cel in gaat, waarvan vier maanden voorwaardelijk. Bovendien eist het OM dat hij gedurende een proeftijd van vijf jaar lang niet met minderjarige vrouwen mag werken.
Een andere zware strafeis was voor een man die volgens het OM een jaar onvoorwaardelijk achter de tralies verdient. Alle klanten is ontucht met het minderjarige meisje ten laste gelegd.
In deze zaak staan 27 mannen terecht. Op de eerste zittingsdag op 30 november, eiste de advocaat-generaal tegen eveneens tien klanten ook cel, variërend van twaalf maanden onvoorwaardelijke tot vijf maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk, gecombineerd met een werkstraf van 60 uur .
Op de zittingen van 8 en 14 december worden de zaken van nog eens zeven klanten behandeld.