Volgens SWEK-woordvoerder Peter Paul Klapwijk valt het allemaal reuze mee: „Wij beschouwen ons als rentmeester van het gebied en zijn de laatste die het willen aantasten.” Volgens Klapwijk is de vierde molen aan de Overwaard een bijzonder exemplaar dat twee richtingen op kan malen. „Die molen willen we aan onze bezoekers laten zien. Maar de molen zit vol raderwerk. Daar kunnen we geen groepen ontvangen. Vandaar dat we naast de molen een schuur bouwen om ons verhaal te doen.” In het pand komen ook voorzieningen als toiletten en een souvenirwinkeltje.

Buurman Cor den Boer (78) woont in de derde molen en bekijkt de plannen met argusogen. „Die schuur wordt veel groter dan is toegestaan. Bij de molens mogen schuurtjes staan, maar deze wordt dubbel zo groot. Dit rijtje molens zet iedereen op de foto. Als dat obstakel er staat, is de mooiste ansichtkaart van Nederland voor altijd verknoeid.”

Daarnaast is Den Boer beducht voor horden toeristen die straks het paadje langs de molens onveilig maken. „Om wat privacy te bewaren, moeten we onze luiken dichtdoen. Bezoekers buitelen straks op dat smalle weggetje over elkaar heen. We wonen hier met zeven gezinnen. Als we boodschappen gaan halen, stuiten we om de haverklap op bezoekers. Dat leidt tot irritatie.” Den Boer woont hier nu 54 jaar –„ik ben onderhand zelf werelderfgoed”– en hoopt nog op een paar rustige jaren. „We doen er alles aan om de plannen van de SWEK tegen te houden. Dit gebied geldt als een icoon van Nederland. Ik snap dan ook best dat het wordt doorontwikkeld, maar het moet wel leefbaar blijven.” Het toerisme zorgt volgens hem nu al voor problemen. „Als die Vikingschepen hier aanmeren, stromen honderden toeristen het gebied in. Daar worden we niet vrolijk van.”

SWEK-voorlichter Klapwijk zegt dat zijn stichting zich aan de regels houdt en dat de plannen door alle instanties zijn goedgekeurd. „We houden ons aan de regels. Het ruimtebeslag van de schuur is even groot als de schuren die hier vroeger stonden. Het gebouw wordt hoger, maar wél vergelijkbaar met schuren elders in het gebied.”

Klapwijk benadrukt dat de SWEK geen toeristisch bedrijf is dat bezoekers naar Kinderdijk lokt. „We beheren het gebied en proberen het voortbestaan te waarborgen. Jaarlijks komen hier zo’n 500.000 bezoekers, van wie er 300.000 een kaartje kopen. De inkomsten worden gebruikt om het gebied te onderhouden.”

De Belangenvereniging Leefbaarheid Kinderdijk helpt de bewoners in hun strijd tegen de bouwplannen. Volgens voorzitter Johan Velthuizen zit het met de vergunning toch niet helemaal snor. „Er is een ontwerpbeschikking aangevraagd voor een gebouw precies in de zichtlijn van het mooiste plekje van Kinderdijk.”

Velthuizen zegt dat volgens het bestemmingsplan nieuwe bouwwerken niet hoger mogen zijn dan 3 meter. De belangenvereniging baseert zich op het oorspronkelijke bestemmingsplan, waarin wordt gesproken over een bouwhoogte van 3 meter. De SWEK gaat echter uit van het gewijzigde bestemmingsplan. Daarin staat dat niet de bouwhoogte 3 meter mag zijn, maar de goothoogte. Dat betekent dat er boven de hoogte van de goot nog een dak mag komen.

De belangenvereniging stapt nu naar de rechter.