De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot met een winst van 0,4 procent op 19.191,93 punten. De bredere S&P 500 daarentegen ging 0,4 procent omlaag naar 2191,08 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq leverde 1,4 procent in en eindigde op 5251,11 punten.

Bij de hoofdfondsen ging de bank Goldman Sachs aan kop met een winst van 3,4 procent. Branchegenoot JPMorgan Chase won circa 2 procent, net als verzekeraar Travellers. Beleggers sorteren voor op een spoedige renteverhoging door de Federal Reserve, de koepel van centrale banken. Een hogere rente is doorgaans goed voor de winstgevendheid in de financiële sector.

Het wachten is op het belangrijke maandrapport over de Amerikaanse arbeidsmarkt dat de overheid vrijdag publiceert. Als daaruit blijkt dat de werkgelegenheid afgelopen maand verder is blijven toenemen, zal dat beleggers sterken in hun overtuiging dat de Fed nog deze maand de rente zal verhogen.

De olieprijzen stegen voor de tweede dag op rij flink, na een akkoord binnen oliekartel OPEC over een productieverlaging. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 3 procent tot 50,94 dollar. Voor een vat Brentolie werd 53,75 dollar neergeteld, een stijging van 3,7 procent. Oliemaatschappij Chevron werd 1,6 procent meer waard.

Onderaan de Dow stond chipproducent Intel met een verlies van 2,7 procent. Smartphonemaker Apple, software- en technologiereus Microsoft en IT-concern IBM leverden 0,9 tot 1,8 procent in. Ook de koersen van onder meer Facebook (min 2,8 procent), Twitter (min 2,5 procent) en Tesla (min 4 procent) stonden onder druk.

Kledingverkoper Guess kelderde meer dan 10 procent na tegenvallende verkoop- en winstprognoses voor de rest van het jaar. Discountketen Dollar General beleefde eveneens een moeilijke handelsdag. Tegenvallende cijfers zetten het aandeel zo’n 5 procent lager.

De euro was 1,0665 dollar waard. Bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag was dat 1.0630 dollar.