Kuipers: Ik wilde langer daar blijven
De Nederlandse ruimtevaarder André Kuipers had graag langer in de ruimte willen blijven. Dat zei hij in een interview een paar uur na aankomst vrijdagmiddag in het Russische kosmonautencentrum Sterrenstad.
„Ik vond het heel jammer dat ik al weg moest, ik begon juist routine te krijgen. En er waren nog zoveel plekjes te zien op de aarde, zelfs Nederland heb ik maar een keer helemaal kunnen zien.”
In de nacht ervoor was hij volgens schema om 02.11 uur Nederlandse tijd met zijn capsule geland in de steppe in Kazachstan na een verblijf in de ruimte sinds 21 april. Vervolgens is hij naar de luchthaven Tsjkalovski nabij Sterrenstad gevlogen waar hij zowel door zijn familie als door een officieel ontvangstcomité werd opgewacht.
Daarna werd hij naar Sterrenstad gereden, de plek waar hij ook zijn ruimtetrainingen heeft ondergaan. Daar ontving een harmonieorkest Kuipers. Ook kreeg hij samen met zijn twee mederuimtevaarders, de Amerikaan Michael Foale en de Rus Alexander Kaleri, volgens oud Russisch gebruik een groot brood aangeboden. Daarvan moest hij een stuk afbreken, in zout dopen en opeten. Pas vele uren later lieten de artsen Kuipers toe om op beperkte schaal de pers te woord te staan.
„Ik ben wel een beetje wankel en heel erg moe, maar ook zeer tevreden”, aldus de niet vermoeid ogende 45-jarige Nederlandse ruimtevaarder. „Het was vooral heel hard werken daarboven. Ons ruimtestation is gewoon een elektronische werkplaats met overal apparatuur. Het is er druk en lawaaierig, en er waren dan ook dagen bij dat ik niet in de gaten had dat het een ruimtestation was.”
Vooral het zweven in zijn werkplaats vond Kuipers „heerlijk”, maar de gewichtloosheid zorgde ook voor enig ongemak. „Je moet veel tijd besteden aan het netjes vastmaken van dingen, anders ben je ze gewoon kwijt. Soms draaide je je even om en dan vloog er opeens een videocassette weg uit mijn zak. Die had ik dus blijkbaar niet dichtgedaan.”
Met name stromend water vond de astronaut een gemis. „Het kost veel tijd om je gewoon te wassen of om je tanden te poetsen. En hoe maak je je tandenborstel schoon?” De mooiste herinneringen heeft Kuipers aan de momenten dat hij uit het raam keek. „Ik heb uitgebreid naar mooie plekken op de aarde gekeken.”
Voordat hij terug moest naar de aarde heeft Kuipers nog op zijn eigen wijze „afscheid genomen” van de aarde. „We vlogen over de Stille Oceaan en de aarde leek een mooi blauwe bol die langzaam de nacht in vloog. Ik was wel nerveus voor de terugkeer, maar niet bang. Ik had er heel veel vertrouwen in en de terugreis was uiteindelijk een fantastisch gebeuren.”
Kuipers heeft zelf zijn Sojoez losgekoppeld van het ruimtestation. „En dan weet je, nu is er geen weg meer terug. De motor gaat aan en daar ga je de atmosfeer in. Op een gegeven moment hoor je grote klappen en dan ben je alleen in je landingscapsule. En dan beginnen de vonken te komen en uiteindelijk kun je ook niet meer naar buiten kijken door het raam. Het is moeilijk ademen, je zit strak in je ruimtepak.”
Op tien kilometer afstand van de aarde opende de parachute zich waarmee de capsule op aarde moest landen. „En dat is een hele rare sensatie, net een kermis. Alles draait om je heen, je bent helemaal niet meer het effect van gewicht gewend. Je slingert alle kanten op.”
De landing zelf ervoer Kuipers als „heftig.” „Dat was wel een klap zelfs, maar je zit goed in je stoel. Mijn hoofd ging wel even naar voren en ik raakte met mijn kin de helm. Maar het was ook prachtig, en de zon kwam net op.”