Raja Draaisma kwam vorig jaar juni om het leven bij haar woning in Hoofddorp. De G. meldde zich een dag later bij de politie. Hij verklaarde dat zijn ex hem had willen neerschieten. Zij zou dodelijk zijn geraakt bij een worsteling om het vuurwapen, dat zij na het beëindigen van hun relatie enkele maanden eerder niet zou hebben teruggegeven. De avond van het incident zou hij dat wapen hebben willen ophalen.

De rechtbank maakte maandag korte metten met dat verweer. Het scenario dat het wapen wekenlang in Draaisma’s woning zou hebben gelegen, „is op geen enkele manier aannemelijk gemaakt’, aldus de rechtbank. Die vond ook dat van zelfverdediging geen sprake was. Het slachtoffer werd van korte afstand driemaal geraakt, waarvan eenmaal in het achterhoofd. De G., geoefend schutter, ,schoot met gestrekte arm en met de opzet Draaisma van het leven te beroven’, aldus de rechtbank.

Die duidde - in lijn met wat het OM eerder al betoogde - De G. maandag aan als ,een geobsedeerde man, die het niet kon verkroppen dat de relatie was gestopt”. Draaisma gaf De G. de bons nadat ze had ontdekt dat hij afluisterapparatuur in haar auto en woning had geplaatst en met een gps-tracker in de gaten hield waar ze was.

De rechtbank woog bij het bepalen van de straf mee dat De G. op geen enkele manier heeft laten zien dat hij spijt heeft en dat hij „geen enkele compassie met de nabestaanden heeft getoond”. Ook verweet de rechtbank de volledig toerekeningsvatbare De G. dat hij zichzelf „steeds als slachtoffer presenteert en alle schuld bij zijn ex-vriendin neerlegt, om zo een negatief beeld van haar te scheppen”.