Beter-niet-doenlijst voor dokters
Artsen hebben minister Schippers van Volksgezondheid vrijdag op een congres in Utrecht een lijst aangeboden met behandelingen die mogelijk niet effectief zijn. De zogenoemde beter-niet-doenlijst bevat ruim 1350 behandelingen waarvoor geen wetenschappelijk bewijs is dat ze helpen.
Uit internationale studies blijkt dat slechts de helft van de dia-gnostische ingrepen en ziekenhuisbehandelingen op wetenschappelijk bewijs gebaseerd is. De andere helft steunt op onder meer gezond verstand, empathie en risicomijding.
Veel zinloze behandelingen worden gedaan omdat artsen ze ooit hebben geleerd, omdat hun collega’s het ook doen of omdat patiënten erop aandringen. Niets doen is in deze gevallen soms de beste optie.
De NFU, de koepel van acht universitaire medische centra, wil de komende jaren de hoeveelheid behandelingen waarvan de effectiviteit niet vaststaat, terugdringen. Besparing op de zorg is daarbij een belangrijke drijfveer.
De zorgkosten bedroegen vorig jaar ruim 95 miljard euro. Dat is 40 procent meer dan 10 jaar geleden. „Soms kun je dingen beter niet doen. Dat geldt ook binnen de medische wetenschap”, aldus Tijn Kool, onderzoeker bij IQ Healtcare, een onderdeel van het Radboudumc.
Hij bracht in het kader van het NFU-programma ”Doen of laten? Terugdringen van onnodige zorg” in kaart welke interventies in de Nederlandse zorgpraktijk geen meerwaarde hebben of beter terughoudend kunnen worden toegepast. „Er zijn interventies die geen gezondheidswinst opleveren, zelfs schade kunnen veroorzaken of alleen voor specifieke groepen patiënten werken. In andere gevallen kan het raadzaam zijn eerst even af te wachten.”
Sinds deze week is in de databank van de richtlijnen voor medisch specialisten opgenomen dat terughoudendheid soms de beste optie is. Artsen en andere zorgverleners kunnen de database raadplegen om te kijken wat ze het beste kunnen doen.
Minister Schippers verzocht drie jaar geleden de NFU te onderzoeken hoe de gezondheidszorg betaalbaar kan blijven. Daaruit kwam het vrijdag gepresenteerde overzicht.
De universitaire medische centra nemen de komende tijd acht voorbeelden nader onder de loep om daarmee een bevestiging te krijgen dat die interventies inderdaad kunnen worden geschrapt.
Daarbij kan het gaan om diagnostiek of behandelingen. Zo lijkt het erop dat het met het veelvuldig aanvragen van foto’s, scans en uitgebreid bloedonderzoek best een tandje minder kan. Urine-katheters of infusen kunnen soms sneller worden verwijderd. De laatste jaren zijn er al diverse onnodige ingrepen geschrapt.
Jaarlijks worden ruim 200.000 kijkonderzoeken met een slangetje gedaan bij maagpatiënten. Prof. Ernst Kuiper, gastro-enteroloog en bestuursvoorzitter van het Erasmus MC, noemt de kans dat dit bij jongere mensen iets oplevert, minimaal. „Toch gebeurt het heel veel”, aldus Kuiper in de Volkskrant van vrijdag. Hij schat in dat het afschaffen van dergelijk zinloos kijkonderzoek bij maagklachten zo’n 20 miljoen euro kan opleveren. Prof. Marcel Levi, internist en bestuursvoorzitter van het AMC, wijst op uitgebreid bloedonderzoek bij een patiënt met een nierkwaal. Dat levert vaak niets op. Dus doet de arts weefselonderzoek om te weten wat er aan de hand is. „Dat kan hij dan beter direct doen”, aldus Levi.
Onnodig is vaak ook herhaling van allerlei onderzoeken als patiënten van het ene naar het andere ziekenhuis worden doorgestuurd.