Als het licht uitvalt, blijf je zitten tijdens het eindexamen op CSG Prins Maurits in Middelharnis
Op de CSG Prins Maurits in Middelharnis trappen vrijdag zo’n 140 leerlingen hun examens af. „Ik heb vanochtend nog een video gekeken van 2,5 uur.”


„Als het brandalarm afgaat, gewoon blijven zitten, we sturen je echt op tijd weg.” Examensecretaris Klaas de Wit staat vrijdagmiddag even voor 13.30 uur op een verhoging in de aula van de CSG Prins Maurits, de protestants-christelijke middelbare school in Middelharnis. Zo’n 140 leerlingen zitten klaar voor hun eerste examen. De vmbo’ers beginnen met Engels, de vwo’ers met Nederlands en voor havisten staat natuurkunde op het programma. Zojuist zijn de opgaven, onder toeziend oog van een leerling, uit de kluis gehaald en uitgedeeld.
In heel Nederland doen dit jaar ruim 184.000 leerlingen examen. Dat is het laagste aantal sinds 2012, toen het Centraal Bureau voor de Statistiek deze cijfers begon bij te houden.
Voor de deur van de aula van de Prins Maurits staan drie grijze kratten waar de examenkandidaten hun smartphones en horloges –ook de analoge varianten– in moeten doen. Eén jongen blijkt zijn smartwatch nog om te hebben. „Leg die hier maar neer”, sommeert De Wit. „Die is buit voor ons.”
Snelle suikers
Op een tafel staat voor iedere leerling een flesje water klaar. Behalve iets drinkbaars gaan ook snelle suikers de zaal in, zoals druiven, pepermuntjes en chocola. Een briefje op de deur maant tot stilte.
Tussen de tafels, die zo’n anderhalve meter uit elkaar staan, loopt docent natuurkunde Jeroen van Nieuwaal. „De ene leerling spreek je nog wat moed in, tegen een ander zeg je dat hij vooral alles op moet schrijven. Alleen wat iemand heeft opgeschreven, kan ik nakijken.”
Op ongeveer zes tafels staat een laptop. „Leerlingen met flinke dyslexie hebben hier baat bij”, zegt examensecretaris De Wit. „Daarop kunnen zij de examenopgaven luisteren in plaats van die te moeten lezen.” Ook zijn er examenkandidaten die typen in plaats van schrijven. „Voor de leerlingen met een beroerd handschrift.” Eén leerling heeft een scherm om zijn tafel heen staan, waardoor hij minder snel wordt afgeleid.
Psalm 121
Een paar minuten voor 13.30 uur leest rector Erik Olislagers voor uit Psalm 121. „Van de Heere mag je je hulp verwachten. Wat is het mooi dat we alles, ook dit examen, in Zijn handen mogen leggen.”
Na gebed neemt De Wit de praktische instructies met de leerlingen door, terwijl de surveillanten de blaadjes uitdelen. „Als het licht uitgaat, blijf je gewoon zitten. Het gaat vanzelf weer aan.”
Stipt om 13.30 uur mogen de leerlingen de opgaven inzien en begint het examen. De havoërs en vwo’ers hebben drie uur de tijd, de vmbo’ers twee uur.
Van Nieuwaal, docent van de examenklassen van zowel havo als vwo, is tevreden met wat er van de leerlingen wordt gevraagd, zegt hij na het examen te hebben bekeken. „Het is goed gebalanceerd. Bepaalde opgaven, zoals het tekenen van een raaklijn om een versnelling te bepalen, hebben we eindeloos geoefend in de klas en die zitten in het examen. Als ze daar niet op scoren, word ik wel verdrietig. Andere vragen zijn wat moeilijker.”
Modelbouw
Havisten Christy van de Bogerd (17) en Aline Harmsen (18) zijn niet per se blij dat natuurkunde als eerste op het programma staat. „Ze hadden wel wat leukers kunnen kiezen.”
Hun klasgenoot Pieter Goossen (16) ziet er het positieve van in. „De exacte vakken zijn nu mooi verspreid. Eerst natuurkunde, in het midden wiskunde B en aan het eind van de examenperiode scheikunde.”
Pieter heeft vanochtend nog geleerd, maar niet voor natuurkunde. „Ik heb andere vakken geoefend. Daarna ben ik om te ontspannen bezig geweest met mijn modelbouw.” Hij heeft er alle vertrouwen in: „Ik sta een 7, dus ik kan veel hebben.”
Christy heeft nog wel geblokt op natuurkunde. „Ik heb een video gekeken van 2,5 uur. Een samenvatting van alle stof.”
In de meivakantie hebben de leerlingen de examens voorbereid. „Op een gegeven moment word je het leren wel zat. Het was zulk lekker weer”, zucht Christy. „Ik ben ook nog op vakantie geweest, maar in de caravan was het al snel te warm om te leren. Vaak leerde ik ’s ochtends en ging ik ’s middags zwemmen.”
Gestrest
„Gewoon blijven ademen”, is de examentip van Aline. „Want als je te gestrest raakt, ga je fouten maken”. „En als je een opgave moeilijk vindt, sla je die over”, zegt Pieter. Van Nieuwaal knikt instemmend.
Eerder de aula uitgaan blijkt er bij natuurkunde voor de meesten niet bij te zijn. Vrijwel iedereen heeft de volle drie uur nodig. Als de leerlingen de hal binnendruppelen, hebben de meesten één prangende vraag: „Waar is mijn mobiel?”
Aline is als tweede klaar, een kwartiertje voor tijd. Hoe ze het gedaan heeft? Ze heeft geen idee. „Het kan alle kanten op, van een 4 tot een 7. We gaan het meemaken”, zegt ze lachend. Pieters tip heeft ze wel gebruikt. „Ik heb best wel wat opdrachten eerst overgeslagen.”
Dit weekend duikt ze even niet de boeken in. „Morgen ga ik werken in de boomgaard.”
Ook Pieter en Christy weten niet goed wat ze kunnen verwachten. „Er zaten een paar gemenigheidjes tussen.” Maar het kon slechter, vinden beiden.